De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, hoofdstuk III, artikel 134.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988: artikel 133, artikel 134 § 1 en artikel 135, § 2.
Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, art. 181, 182 en 187.
Het Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017, artikel 286 en 287.
Koninklijk besluit van 6 april 2020 betreffende de bestrijding van de niet-naleving van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken door de invoering van gemeentelijke administratieve sancties, artikel 1.
KB van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op gemeentelijk niveau en de rol van de burgemeester.
De ministeriële besluiten van 30 juni, 10 juli en 28 juli 2020 over de dringende maatregelen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken.
Het ministerieel schrijven inzake het beheer van de federale fase en de uitvoering van lokale maatregelen.
De opeenvolgende FAQ's van het crisiscentrum.
Ter bestrijding van het COVID-19-virus nam het lokaal bestuur een aantal bijkomende maatregelen, gemotiveerd door drie centrale doelstellingen. Ten eerste om een volgende lockdown te vermijden die nefaste gevolgen zou hebben voor de economie en het welzijn van de bevolking. Ten tweede om de negatieve invloed van het COVID-19-virus op de algemene volksgezondheid zoveel als mogelijk in te dijken door daadkrachtige lokale maatregelen. Ten derde om er ervoor te zorgen dat de scholen in september op een normale manier kunnen openen in functie van het welzijn en de educatie van alle leerlingen.
Door de verbeterde COVID-19 situatie dienen deze maatregelen administratief te worden opgeheven, nadat ze in de praktijk reeds werden afgeschaft.
De volgende besluiten werden formeel opgeheven door de burgemeester:
Enig artikel. De gemeenteraad bekrachtigd de beslissing van de burgemeester om de volgende politieverordeningen administratief formeel op te heffen, nadat ze in de praktijk reeds werden afgeschaft.