Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 32.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder de artikelen 32, 277 en 278.
Vanaf januari 2020 wordt het zittingsverslag vervangen door aan audio-opname die beschikbaar wordt gesteld op de website.
Enig artikel. Keurt de notulen en het zittingsverslag van de gemeenteraadszitting van 11.10.2021 goed.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 441 dat bepaalt dat een lid van de raad van bestuur minstens tweemaal per jaar, tijdens een openbare vergadering van de gemeenteraad, verslag uitbrengt over de uitoefening van de bevoegdheden en taken van de raad, en verstrekt toelichting bij het beleid van de dienstverlenende of opdrachthoudende vereniging.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder deel 3 - titel 3 - hoofdstuk 3 - afdeling 3 over dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019 houdende voordracht van de heer Rigo Van de Voorde als bestuurder bij IVM.
De beslissing van de algemene vergadering van IVM van 20 maart 2019 houdende de benoeming van de heer Rigo Van de Voorde als bestuurder.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019 waarbij de heer Hans Van Hooland als vertegenwoordiger en mevrouw Agnes Lannoo – Van Wanseele als plaatsvervangend vertegenwoordiger werden aangeduid om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IVM voor de duurtijd van de huidige legislatuur.
Schepen Rigo Van de Voorde brengt als lid van de raad van bestuur van IVM-verslag uit aan de gemeenteraad over het beleid van IVM.
Enig artikel. De raad neemt kennis van de halfjaarlijkse rapportering over het beleid van IVM.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder deel 3 - titel 3 - hoofdstuk 3 - afdeling 3 over dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen.
De statuten van IVM, in het bijzonder artikel 30bis.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019 houdende voordracht van de heer Rigo Van de Voorde als bestuurder bij IVM.
De beslissing van de algemene vergadering van IVM van 20 maart 2019 houdende de benoeming van de heer Rigo Van de Voorde als bestuurder.
Het gemeenteraadsbesluit van 28 januari 2019 waarbij de heer Hans Van Hooland als vertegenwoordiger en mevrouw Agnes Lannoo – Van Wanseele als plaatsvervangend vertegenwoordiger werden aangeduid om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IVM voor de duurtijd van de huidige legislatuur;
Gelet op de agenda voor de buitengewone algemene vergadering van IVM van 8 december 2021, vastgesteld door de raad van bestuur in zijn zitting van 3 augustus 2021;
Gelet op het aangetekend schrijven van IVM van 31 augustus 2021 inzake de uitnodiging tot de buitengewone algemene vergadering van 8 december 2021 met de agenda en de informatie betreffende agendapunt 1;
Gelet op het aangetekend schrijven van IVM inzake de informatie betreffende agendapunten 2 en 3;
Gelet op schrijven van IVM van 25 oktober 2021 inzake toegevoegd agendapunt op verzoek van de gemeente Zulte;
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen;
Gelet op de statuten van IVM, inzonderheid artikel 28;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 28 januari 2019 waarbij de heer Rigo Van de Voorde als bestuurder bij IVM werd voorgedragen;
Gelet op de beslissing van de algemene vergadering van IVM van 20 maart 2019 houdende de benoeming van de heer Rigo Van de Voorde als bestuurder;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 28 januari 2019 waarbij de heer Hans Van Hooland als vertegenwoordiger en mevrouw Agnes Lannoo – Van Wanseele als plaatsvervangend vertegenwoordiger werden aangeduid om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van IVM voor de duurtijd van de huidige legislatuur;
Artikel 1
Goedkeuring te hechten aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van IVM van 8 december 2021 en aan de afzonderlijke agendapunten die dit vereisen:
Artikel 2
De vertegenwoordiger of plaatsvervangende vertegenwoordiger van de gemeente te mandateren om op de buitengewone algemene vergadering van IVM van 8 december 2021 zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid en verder al het nodige te doen voor de afwerking van de volledige agenda.
De volmachtdrager beschikt over het totaal van het aantal stemmen waarover de gemeente beschikt, zijnde 8.468 stemmen.
Artikel 3
Afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan IVM (Annick.Bobelyn@ivmmilieubeheer.be).
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 alinea 3.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder deel 3 - titel 3 over de intergemeentelijke samenwerking.
De statuten van de opdrachthoudende vereniging Imewo.
Onze beslissing van 28 januari 2019 houdende aanduiding van de heer Hans Van Hooland als vertegenwoordiger en van de heer Jan Van Wassenhove als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Imewo.
Gelet op het feit dat de gemeente/stad voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Imewo;
Conform de decretale bepalingen, brengen de mandatarissen ten overstaan van hun gemeenteraad twee maal per jaar verslag uit over de uitoefening van hun mandaat en over het beleid van de opdrachthoudende vereniging. Aan de mandatarissen wordt daarom een syntheseverslag overgemaakt.
Enig artikel. De gemeenteraad neemt kennis van de jaarnota 2021.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 alinea 3.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder deel 3 - titel 3 over de intergemeentelijke samenwerking.
De statuten van de opdrachthoudende vereniging Imewo.
Onze beslissing van 28 januari 2019 houdende aanduiding van de heer Hans Van Hooland als vertegenwoordiger en van de heer Jan Van Wassenhove als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Imewo.
Gelet op het feit dat de gemeente/stad voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Imewo;
Gelet op het feit dat de gemeente/stad per aangetekend schrijven van 23 september 2021 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van Imewo die op 16 december 2021 plaatsheeft in het Hotel Brugge-Oostkamp, Kapellestraat 146 te 8020 Oostkamp;
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente/stad per brief van 23 september 2021 overgemaakt werd;
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering;
Gelet op het feit dat we heden geconfronteerd worden met het coronavirus COVID-19, waarbij het op heden niet vaststaat onder welke vorm deze Algemene Vergadering zal kunnen plaatsvinden;
Gelet op de huidige federale richtlijnen alsook de politiebesluiten van de gouverneurs en de informatie via het Agentschap Binnenlands Bestuur omtrent het coronavirus COVID-19 (en de mogelijke evolutie in en aanpassing van deze richtlijnen en informatie) en de impact hiervan op onderhavige bijeenkomst kan desgevallend overgegaan worden tot het houden van een digitale Algemene Vergadering indien dit noodzakelijk mocht blijken;
Artikel 1. Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Imewo d.d. 16 december 2021:
Art. 2. De vertegenwoordiger van de gemeente/stad die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Imewo op 16 december 2021 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Art. 3. Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Imewo, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Art. 4. Een afschrift van dit besluit zal aan IMEWO gestuurd worden.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 alinea 3, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder deel 3 - titel 3 - hoofdstuk 3 - afdeling 3 over dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen.
De statuten van TMVW ov.
Onze beslissing van 27 april 2020 houdende aanduiding van de heer Filip Christiaens als vertegenwoordigers en van de heer Hans Van Hooland als plaatsvervangend vertegenwoordigers in de algemene vergadering van TMVW.
Het feit dat Sint-Martens-Latem aangesloten is bij TMVW ov.
De statuten van TMVW ov.
De oproepingsbrief voor de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov op 17 december 2021, waarin de agenda werd meegedeeld.
De bepalingen van het Decreet over het Lokaal Bestuur.
Artikel 1. De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan alle punten op de agenda van de buitengewone algemene vergadering TMVW ov van 17 december 2021 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten:
Artikel 2. De raad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s)/plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van TMVW ov vastgesteld op 17 december 2021, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de (gemeente)raad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde buitengewone algemene vergadering.
Artikel 3. Een afschrift van dit besluit zal :
gestuurd worden.
Het decreet van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40 par. 3 en artikel 41 alinea 2-2°.
Het drinkwaterdecreet van 24 mei 2002, in het bijzonder de artikelen 16 bis tot 16 septies.
De omzendbrief LNE 2013/2 betreffende de aanwending van de gemeentelijke saneringsbijdrage en de gemeentelijke saneringsvergoeding.
In het schrijven van 4 oktober 2021stelt TMVW de toepassing voor van de maximale tarieven voor de gemeentelijke saneringsbijdrage en -vergoeding, berekend door de tarieven voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage voor 2022 te vermenigvuldigen met een vermenigvuldigheidscoëfficiënt (momenteel 1,4).
De maximumtarieven bedragen:
- basis: € 1.4039/m³
- comforttarief: € 2,8078/m³
- niet huishoudelijk: € 1,5905/m³
De gemeente kan evenwel autonoom beslissen over de saneringsbijdrage en -vergoeding die op haar grondgebied gelden.
Artikel 1. De gemeentelijke saneringsbijdrage (drinkwaterklanten) en de gemeentelijke saneringsvergoeding (eigen waterwinning) voor 2022 wordt bepaald op € 0,95/m³, dit zowel voor huishoudelijk verbruik(basistarief) als niet huishoudelijk verbruik (vlak tarief).
Art. 2. Afschrift van dit besluit wordt gestuurd naar TMVW.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 432 - alinea 3.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder deel 3 - titel 3 over de intergemeentelijke samenwerking.
De statuten van de Intergemeentelijke Samenwerking Westlede (IGS Westlede).
Het gemeenteraadsbesluit 28 januari 2019 houdende aanduiding van de heer Hans Van Hooland als vertegenwoordiger en van de heer Emiel Verschueren als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de Intergemeentelijke Samenwerking Westlede (IGS Westlede).
Bij e-mail van 7 oktober 2021 ontving het gemeentebestuur een uitnodiging voor een buitengewone algemene vergadering van de Intergemeentelijke Samenwerking Westlede (IGS Westlede) op 7 december 2021 met volgende agenda:
1. Goedkeuring verslag Algemene Vergadering van 1 juni 2021
2. Goedkeuring activiteiten en strategie 2022
3. Goedkeuring begroting 2022
Artikel 1. Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van de Intergemeentelijke Samenwerking Westlede (IGS Westlede) van 7 december 2021 met volgende punten:
1. Goedkeuring verslag Algemene Vergadering van 1 juni 2021
2. Goedkeuring activiteiten en strategie 2022
3. Goedkeuring begroting 2022
Art. 2. De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de Intergemeentelijke Samenwerking Westlede (IGS Westlede) van 7 december 2021 op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op onderhavige beslissing.
Art. 3. Afschrift van dit besluit wordt via mail bezorgd aan de directie (directie@westlede.be)
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 302 en 303, betreffende het klachtenbehandelingssysteem.
Het Decreet over het Lokaal Bestuur verplicht de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn om bij reglement een systeem van klachtenbehandeling te organiseren. De raad is vrij om te kiezen welk systeem van klachtenbehandeling het wenst uit te werken. De raad moet wel rekening houden met het volgende:
De gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen ervoor kiezen om een ombudsdienst op te richten. Ze kunnen daarvoor samenwerken met de Lokale Kamer van de Vlaamse Ombudsdienst.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de raad over de ingediende klachten.
Het Klachtenreglement Sint-Martens-Latem wordt nader toegelicht in de nota 'Procedures voor beleidsvragen, meldingen en klachten over de dienstverlening'.
De samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse Ombudsdienst, met als bijlage het Ombudsreglement, wordt nader toegelicht in het 'Draaiboek Lokale Kamer, versie voorjaar 2021.
Artikel 1. De gemeenteraad keurt het Klachtenreglement Sint-Martens-Latem goed. Het klachtenreglement zit als bijlage 1 bij dit besluit en maakt er integraal deel van uit.
Art. 2. De gemeenteraad keurt de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse Ombudsdienst goed. Deze overeenkomst zit als bijlage 2 bij dit besluit en maakt er integraal deel van uit.
BIJLAGE 1. Klachtenreglement
Artikel 1.- Definitie klacht over de dienstverlening
§1. Een klacht over de dienstverlening is een manifest uiten van een ongenoegen of ontevredenheid door een gebruiker van de dienstverlening van het lokaal bestuur in verband met een houding, een handeling of een prestatie die al dan niet is verricht.
§2. Een klacht over de dienstverlening kan betrekking hebben op een personeelslid of op een dienst van het lokaal bestuur. Een klacht in het kader van dit reglement kan geen betrekking hebben op een mandataris.
§3. Een klacht kan betrekking hebben op:
§4. Dit reglement is niet van toepassing op feiten waarover al eerder door dezelfde persoon een klacht werd ingediend, die volgens dit reglement werd behandeld, tenzij nieuwe feiten of elementen worden aangebracht.
§5. Dit reglement is niet van toepassing op klachten waarvoor een specifieke procedure voorzien is in de wetgeving, zoals de procedure voorzien in het kader van de omgevingsvergunning, het bezwaarschrift in het kader van belastingreglementen, de procedure m.b.t. milieuhinder …
§6. Dit reglement is niet van toepassing op de ‘beleidsvragen’. Dat zijn vragen over de regelgeving, het al dan niet gevoerde beleid of beleid in uitvoering, beleidsvoornemens of beleidsverklaringen. Beleidsvragen kunnen ingediend worden bij het centraal onthaal van het lokaal bestuur via het daartoe bestemde webformulier, per brief (Onthaal lokaal bestuur Sint-Martens-Latem, Dorp 1, 9830 Sint-Martens-Latem), per mail (gemeente@sint-martens-latem.be) of mondeling.
§7. Dit reglement is niet van toepassing op de zogenaamde ‘meldingen’, die via het Meldpunt kunnen ingediend worden.
Artikel 2.- Wie kan een klacht indienen?
Elke gebruiker (inwoner, bezoeker, vereniging, bedrijf …) van de dienstverlening van het lokaal bestuur kan een klacht indienen.
Artikel 3.- Hoe kan men een klacht indienen?
Het lokaal bestuur beschikt over een klachtenmeldpunt. Klachten kunnen ingediend worden via het desbetreffende webformulier op de website, per brief (Klachtenmeldpunt Sint-Martens-Latem, Dorp 1, 9830 Sint-Martens-Latem) of per mail (klachten@sint-martens-latem.be).
Via het webformulier krijgt de klachtindiener onmiddellijk een ontvangstbevestiging. Wie een klacht indiende per brief, krijgt binnen de tien werkdagen een ontvangstbevestiging vanwege het klachtenmeldpunt, via mail, of bij gebreke van een mailadres, per brief.
Indien het gebruik van het webformulier of het verzenden van een brief niet mogelijk is, kunnen klachten ook mondeling ingediend worden bij het centraal onthaal van het gemeentehuis, in persoon of telefonisch. Het centraal onthaal biedt ondersteuning bij het invullen van het formulier, of doet dit voor de klachtindiener. Het formulier wordt vervolgens overgemaakt aan de klachtencoördinator (zie artikel 4).
Mondelinge opmerkingen waarbij er onmiddellijk een oplossing kan geboden worden aan de gebruiker, worden niet beschouwd als een klacht.
Anonieme klachten worden niet behandeld.
Artikel 4.- Wie is klachtencoördinator en wie is klachtenbehandelaar?
De deskundige communicatie en participatie is de klachtencoördinator. Bij haar/zijn afwezigheid (of indien de klacht haar/hem betreft) treedt de algemeen directeur van het lokaal bestuur op als klachtencoördinator. De klachtencoördinator registreert de klachten en verwijst ze voor behandeling door naar de klachtenbehandelaar. De klachtencoördinator bewaakt de voortgang van de klachtenbehandeling.
De klachtenbehandelaar is:
Bij elke klacht wordt de algemeen directeur op de hoogte gebracht.
Artikel 5.- Registratie van de klachten
De klachtencoördinator zorgt voor de registratie van de klachten in het daartoe bestemd register. Deze registratie gebeurt binnen de tien werkdagen en bevat:
beschikbaar), telefoonnummer (indien beschikbaar);
Na de afhandeling van de klacht registreert de klachtencoördinator:
Artikel 6.- Ontvankelijkheid van de klachten
§1. Klachten zijn niet ontvankelijk als ze:
§2. Onontvankelijke klachten worden niet verder behandeld.
De klachtencoördinator deelt de klachtindiener onder de vorm van een gemotiveerde mail of brief mee waarom de ingediende klacht als niet ontvankelijk wordt beschouwd. Indien de niet-ontvankelijkheid voortvloeit uit het niet bevoegd zijn van het lokaal bestuur verwijst de brief of de mail de klachtindiener indien mogelijk door naar de instantie die zijn klacht kan behandelen.
§3. Ontvankelijke klachten worden behandeld. Ze worden inhoudelijk onderzocht en afgehandeld
zoals bepaald in dit reglement.
Artikel 7.- Klachtenontvangst - antwoordtermijn
Binnen uiterlijk 10 werkdagen na ontvangst van de klacht stuurt de klachtencoördinator een antwoordmail of -brief naar de klachtindiener die in ieder geval volgende elementen bevat:
Artikel 8.- Het onderzoek van de klacht
De klachtenbehandelaar is verantwoordelijk voor het inhoudelijk onderzoek van de klacht, het beoordelen van de gegrondheid van de klacht en in voorkomend geval het aanreiken van een oplossing. De klachtenbehandelaar informeert zich bij de klachtindiener en bij de dienst of medewerker over de feiten waarover er geklaagd wordt en neemt zijn of haar besluiten op in een ontwerp van antwoord. De klachtenbehandelaar bezorgt het ontwerp van antwoord per e-mail aan de klachtencoördinator.
Artikel 9.- De afhandeling van de klacht
De klachtencoördinator gaat na of de klachtenbehandelaar een neutrale houding heeft aangenomen in de behandeling van de klacht. Na instemming van de klachtencoördinator stuurt de klachtenbehandelaar de klachtindiener een antwoordbrief of -mail met de conclusies van het klachtenonderzoek. Dit gebeurt binnen maximaal 30 werkdagen na het indienen van de klacht.
Dit antwoord wordt tevens ter kennis gebracht aan het managementteam.
De klacht wordt als afgesloten beschouwd wanneer de antwoordbrief verzonden is, de klachtindiener akkoord is met de inhoud ervan (of niet reageert binnen de 10 werkdagen na ontvangst van de antwoordbrief of -mail) en het klachtenregister is ingevuld.
Artikel 10. – De Vlaamse Ombudsdienst
De Vlaamse Ombudsdienst werd aangesteld als ombudsdienst van het lokaal bestuur middels een samenwerkingsovereenkomst. Als de indiener van een klacht ontevreden is over de wijze waarop de klacht afgehandeld werd of over het resultaat van de procedure, kan de indiener bijgevolg een beroep doen op de Vlaamse Ombudsdienst. De tussenkomsten van de Vlaamse Ombudsdienst zijn gratis. De betrokkene kan de klacht zowel mondeling als schriftelijk indienen.
De Vlaamse Ombudsdienst kan beslissen een klacht niet te behandelen wanneer de klacht niet binnen het toepassingsgebied van dit reglement valt. Als een ingediende klacht nog niet gekend was bij het lokaal bestuur, geeft de Vlaamse Ombudsdienst het lokaal bestuur eerst de kans om de klacht op te lossen.
Artikel 11.- Klachtenrapportering
De klachtencoördinator bezorgt het college, respectievelijk het vast bureau, regelmatig, en minstens eenmaal per kwartaal, een overzicht van de klachten en een korte toelichting omtrent de behandeling ervan.
De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend m.b.t. de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. De klachten worden geanonimiseerd.
De klachtencoördinator rapporteert jaarlijks aan de Vlaamse Ombudsdienst over de klachtenbehandeling van het afgelopen jaar (geanonimiseerd). De Vlaamse Ombudsdienst bundelt de rapporten van de aangesloten lokale besturen in het Lokaal Bemiddelingsboek.
Artikel 12.- Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en heft alle voorgaande reglementen betreffende dit onderwerp op.
BIJLAGE 2. Samenwerkingsovereenkomst Vlaamse Ombudsdienst.
Tussen de Vlaamse Ombudsdienst en het lokaal bestuur van Sint-Martens-Latem,
hier vertegenwoordigd door burgemeester Agnes Lannoo-Van Wanseele,
Artikel 303 §2 van het decreet lokaal bestuur voorziet dat elke gemeente en elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een ombudsdienst kan oprichten onder meer via een overeenkomst met de Vlaamse Ombudsdienst.
Huidige overeenkomst wordt gesloten in uitvoering van deze bepaling.
WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1 Doel
Het lokaal bestuur beschikt reeds over een systeem van interne eerstelijnsklachtenbehandeling. Met huidige overeenkomst wordt een systeem van externe tweedelijnsklachtenbehandeling opgericht, onder de vorm van een ombudsdienst.
Deze ombudsdienst vormt het sluitstuk van de informatiefunctie en de interne klachtenbehandeling.
In concreto betekent dit dat alle klachten eerst geregistreerd en behandeld worden door de interne klachtenbehandeling en doorgestuurd naar de bevoegde dienst voor behandeling, ook als deze rechtstreeks bij de Vlaamse Ombudsdienst zouden terecht gekomen zijn.
Pas als de verzoeker geen genoegen neemt met het antwoord dat door het lokaal bestuur wordt doorgestuurd of het antwoord niet voldoet (toepassing van wetgeving, procedures, …) gaat de klacht over naar de Vlaamse Ombudsdienst.
De Vlaamse Ombudsdienst beslist dan in alle neutraliteit en onafhankelijkheid van het lokaal bestuur een nieuw onderzoek te openen.
Dit alles veronderstelt een intensieve samenwerking tussen het lokaal bestuur en de Vlaamse Ombudsdienst.
Artikel 2 Opdracht
De Vlaamse Ombudsdienst verbindt er zich toe om de opdracht zoals omschreven in artikel 1 van deze overeenkomst op zich te nemen en uit te voeren conform de bepalingen van het Ombudsreglement.
Dit reglement wordt als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd.
Artikel 3 Vergoeding
Het lokaal bestuur verbindt er zich toe om voor de uitoefening van de omschreven verbintenissen in deze overeenkomst jaarlijks een forfaitaire vergoeding te betalen van 0,05 euro per inwoner op basis van een factuur die overgemaakt wordt tegen uiterlijk 30 april.
Artikel 4 Verslaggeving
Het lokaal bestuur bezorgt uiterlijk op 10 februari aan de Vlaamse Ombudsdienst het jaarverslag bedoeld in artikel 303, §3, Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 5 Duur
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 3 jaar, met ingang van 1 januari 2022.
Opgemaakt te Sint-Martens-Latem, op 1 januari 2022 in twee exemplaren.
Namens xxx
BIJLAGE
Ombudsreglement
Art. 1 Zowel privé- als rechtspersonen die klachten hebben over een onbehoorlijk optreden van het lokaal bestuur, hebben het recht zich tot de ombudsdienst te wenden.
De klager richt zich altijd eerst tot het lokaal bestuur. De tussenkomsten van de ombudsdienst zijn gratis. De betrokkene kan de klacht zowel mondeling als schriftelijk indienen. De ombudsdienst herformuleert schriftelijk de mondeling ingediende klacht.
Art. 2 De ombudsdienst kan beslissen een klacht niet te behandelen wanneer de identiteit van de klager hem/haar onbekend is.
Art. 3 De ombudsdienst is niet bevoegd klachten te behandelen die betrekking hebben op:
1. algemeen geldende voorschriften en reglementeringen op zich, maar wel over de toepassing ervan;
2. het algemeen beleid van het lokaal bestuur;
3. handelingen die buiten de bevoegdheidssfeer vallen van het lokaal bestuur;
4. feiten die duidelijk meer dan een jaar oud zijn;
5. aangelegenheden waarvoor nog een administratieve beroepsmogelijkheid open staat;
6. aangelegenheden die het voorwerp uitmaken van een gerechtelijke procedure.
Art. 4 De klachten die buiten de toepassing van dit reglement vallen, worden doorverwezen, indien mogelijk.
Art. 5 De ombudsdienst streeft naar oplossingen en verzoeningen. Eenvoudige zaken worden zo veel mogelijk binnen de werkweek behandeld; doorgedreven klachtenonderzoek binnen de drie maanden. De ombudsman beslist over een eventuele verlenging, waarvan hij de betrokkene schriftelijk in kennis stelt.
Zo mogelijk geeft de ombudsdienst aanbevelingen aan het lokaal bestuur om de oorzaken die aanleiding geven tot de klacht in de toekomst weg te nemen.
Art. 6 De ombudsdienst bemiddelt omtrent het optreden ten opzichte van de burgers door het lokaal bestuur (en haar medewerkers) en/of privé-personen (natuurlijke en rechtspersonen) aan wie het lokaal bestuur een dienstverlening heeft toevertrouwd.
Deze bemiddeling gebeurt hetzij naar aanleiding van een klacht, hetzij op verzoek van het college van burgemeester en schepenen.
De ombudsdienst is bevoegd uit eigen beweging een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een dienst zich in een bepaalde situatie heeft gedragen en daar rond een advies te formuleren. Hij/zij stelt hiervan het college van burgemeester en schepenen in kennis.
Art. 7 De ombudsdienst kan alle documenten nodig/nuttig voor het onderzoek opvragen. De dienst kan schriftelijk alle inlichtingen en ophelderingen vragen, om ze op hun waarheidsgetrouwheid kan toetsen, en de ombudsdienst kan iedereen uitnodigen voor een gesprek ter zake.
Art. 8 De communicatie tussen het lokaal bestuur en de ombudsdienst is principieel vertrouwelijk, net zoals de communicatie tussen de klager en de ombudsdienst.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
In het kader van de opdracht 'Raamovereenkomst onderhoud van onverharde wegen voor het dienstjaar 2022 (met mogelijke verlengingen voor 2023 en 2024)' werd een bestek met nr. 2021/097 opgesteld door de Dienst Grondzaken.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 92.300,00 excl. btw of € 111.683,00 incl. 21% btw. De opdracht wordt uitgeschreven voor het dienstjaar 2022, maar is tweemaal stilzwijgend verlengbaar voor de dienstjaren 2023 en 2024.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 2022/GBB/0200-00/613110.
Artikel 1. Het bestek met nr. 2021/097 en de raming voor de opdracht 'Raamovereenkomst onderhoud van onverharde wegen voor het dienstjaar 2022 (met mogelijke verlengingen voor 2023 en 2024)', opgesteld door de Dienst Grondzaken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 92.300,00 excl. btw of € 111.683,00 incl. 21% btw, en de opdracht wordt uitgeschreven voor het dienstjaar 2022 (maar kan tweemaal stilzwijgend verlengd worden voor de dienstjaren 2023 en 2024).
Art 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 2022/GBB/0200-00/613110.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
In het kader van de opdracht 'Raamovereenkomst aanstellen landmeter-expert voor het uitvoeren van landmeetkundige opdrachten en schattingen voor het dienstjaar 2022 (met mogelijke verlengingen voor 2023, 2024 en 2025)' werd een bestek met nr. 2021/094 opgesteld door de Dienst Grondzaken.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 37.400,00 excl. btw of € 45.254,00 incl. 21% btw. De opdracht wordt uitgeschreven voor het dienstjaar 2022, maar is driemaal stilzwijgend verlengbaar voor de dienstjaren 2023, 2024 en 2025.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 2022/GBB/0200-00/613200.
Artikel 1. Het bestek met nr. 2021/094 en de raming voor de opdracht 'Raamovereenkomst aanstellen landmeter-expert voor het uitvoeren van landmeetkundige opdrachten en schattingen voor het dienstjaar 2022 (met mogelijke verlengingen voor 2023, 2024 en 2025)', opgesteld door de Dienst Grondzaken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 37.400,00 excl. btw of € 45.254,00 incl. 21% btw, en de opdracht wordt uitgeschreven voor het dienstjaar 2022 (maar kan driemaal stilzwijgend verlengd worden voor de dienstjaren 2023, 2024 en 2025).
Art 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2022, op budgetcode 2022/GBB/0200-00/613200.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40 §1 en §2.
Meerjarenplan 2020-2025 actie 2.2.4 Uitvoeren en opvolgen bomenbeleidsplan
De nood aan een bomenbeleidsplan werd beschreven in het meerjarenplan 2020-2025. Ook in de bouwmeesterscan en het klimaatadaptatieplan werd de nood aan een bomenplan beschreven.
In dit bomenbeleidsplan wordt benadrukt dat bomen een belangrijke plaats innemen in de gemeente. De voordelen van bomen worden beschreven en erkend. Door dat belang te erkennen worden zowel behoudsdoelstellingen als uitbreidingsdoelstellingen vooropgesteld.
Enig artikel. De raad keurt het Bomenbeleidsplan goed, zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit.
De Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, laatst gewijzigd bij Programmawet van 25 december 2016, inzonderheid artikel 2.
Het Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens, laatst gewijzigd bij decreet van 28 maart 2014, inzonderheid artikel 5.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens, inzonderheid artikel 4.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, laatst gewijzigd bij K.B. van 14 december 2016
Het Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens, laatst gewijzigd bij M.B. van 21 juli 2014.
De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, laatst gewijzigd bij decreet van 9 juli 2010.
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28/06/2021 betreffende Tijdelijk verkeersreglement: Overmeerspark - eenrichting.
Artikel 1. In Overmeerspark langsheen de lus rond huisnummers 1 t.e.m. 9 is de toegang in wijzerzin verboden voor bestuurders, uitgezonderd voor fietsers.
Art. 2. In uitvoering van de bepalingen uit artikel 1 wordt de nodige verkeerssignalisatie geplaatst, voorzien van een verkeersborden C1, F19 en C31a, met onderborden voor de uitzondering voor fietsers.
Art. 3. De inbreuken op deze verordening zullen, afhankelijk van hun aard, gestraft worden met politiestraffen of administratieve boetes conform het GAS-reglement.
Art. 4. Dit reglement treedt in werking op woensdag 01.12.2021.
Art. 5. Dit aanvullend verkeersreglement zal ter kennisgeving worden
- overgemaakt aan de Rechtbank van Eerste Aanleg Gent;
- overgemaakt aan de Procureur des Konings van de Afdeling Politierechtbank Gent;
- overgemaakt aan de bevoegde parketmagistraat van het Parket Oost-Vlaanderen, afdeling Gent;
- opgeladen in het Digitaal loket bestuurszaken van het Agentschap Binnenlands Bestuur;
- opgeladen in de Verkeersbordendatabank van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;
- overgemaakt aan de Provinciale GAS-ambtenaar;
- overgemaakt aan de Politiezone Schelde-Leie;
- overgemaakt aan de hoofdinspecteur van de wijkpolitie Sint-Martens-Latem;
- overgemaakt aan de hulpverleningszone Brandweerzone Centrum;
- bekendgemaakt via de gemeentelijke website.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Om de gebruiksvriendelijkheid, de veiligheid en het comfort van de gebruikers te verhogen zal het recyclagepark gereorganiseerd en heringericht worden. Hiervoor zal een ontwerper aangesteld worden. In samenwerking met het consultantbureau Dovicon CommV (Schouwbroekstraat 50 9921 Lievegem, 0476 211 117) is een principeschema opgemaakt hetwelk als leidraad dient voor de volledige uitwerking van het project en werd een bestek opgesteld voor het aanstellen van een ontwerper.
De effectieve herinrichting zal bestaan in het voorzien van een betalende en niet-betalende zone, met in de niet-betalende zone een open loods. Om de gebruiksvriendelijkheid te verhogen, zal er gewerkt worden met een verhoogde berm voor containers van meer dan 20 m³. Tevens zal een aangepaste gedifferentieerde tarifering (diftar) worden gefaciliteerd met de nodige hard- en software.
De opdracht voor de ontwerper heeft als voorwerp
De opdracht slaat op het geheel van de studie, opgesplitst in twee afzonderlijke fasen in de tijd. De uitvoering in 2 fasen heeft betrekking op het aanvragen van subsidiedossiers bij de OVAM.
Voor fase 1 kan er onmiddellijk een dossier aangemaakt worden voor subsidieaanvraag bij OVAM met bijhorend lastenboek voor de infrastructuurwerken voor het plaatsen van een bijkomende weegbrug en voor hard- en software voor aanpassingen/vervangen van het huidige diftarsysteem.
De aanvraag voor subsidies bij de OVAM voor fase 2 kan slechts vanaf 5 jan 2024, gezien in het verleden reeds subsidies zijn toegekend. Zodoende zal er dan terug een afzonderlijk dossier moeten opgesteld worden voor de subsidies met een afzonderlijk dossier voor de infrastructuurwerken (met eventueel aanpassingen van de op dat moment in voege zijnde hard- en software).
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op een bedrag van €60.000 EUR: 12% van het geraamde bedrag voor de effectieve uitvoeringsopdracht van €150.000 (fase 1) en €350.000 EUR (fase 2). De vermelde bedragen zijn incl. 21% btw.
Overeenkomstig art.42,§1,1°a) van de wet van 17 juni 2016 (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van €139.000 niet), wordt de opdracht gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor de opdracht te gunnen op basis van de initiële inschrijvingen zonder onderhandelingen te voeren.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in jaarbudgetrekening 2021/1.2.1/214000/0309-01.
Gunstig visum 2021/11.138 van Wim De Bruyne van 03 november 2021
Artikel 1. Het bestek 'Aanstellen van een ontwerper voor het reorganiseren en herinrichten van het recyclagepark Sint-Martens-Latem' en de raming voor de opdracht opgesteld door de dienst Grondzaken worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 60.000,00 incl. 21% btw.
Art 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Art 3. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in jaarbudgetrekening 2021/1.2.1/214000/0309-01.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
In mei 2019 ondertekende de gemeente het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie 2030. Hiermee engageert de gemeente zich om de CO2-uitstoot op haar grondgebied met minstens 40% te doen dalen (mitigatie) tegen 2030, maar ook om maatregelen te nemen om onze samenleving veerkrachtig te maken voor de gevolgen van de klimaatverandering (adaptatie). Binnen de twee jaar na ondertekening dient de gemeente een klimaatactieplan 2030 in te dienen bij Europa met hierin de maatregelen en acties die de gemeente op korte, middellange of lange termijn wil realiseren om haar vooropgestelde doelstellingen rond mitigatie en adaptatie te behalen.
Besluit van de gemeenteraad van 29 april 2019 betreffende de ondertekening van het burgemeestersconvenant.
Het feit dat het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) heeft bevestigd dat de klimaatverandering een feit is en dat menselijke activiteiten het klimaat op aarde blijven beïnvloeden;
Volgens de bevindingen van het IPCC zijn beperking van en aanpassing aan klimaatverandering elkaar aanvullende benaderingen, ter vermindering van de
risico’s van de gevolgen van de klimaatverandering in verschillende tijdschalen;
Het feit dat op 12 december 2015 195 landen, waaronder België, de overeenkomst van Parijs ondertekenden en dat dit akkoord de temperatuurstijging ruim onder 2°C (t.o.v. de pre-industriële periode) wil houden en zelfs nastreven om deze te beperken tot 1,5°C; de capaciteit van landen wil verhogen om zich aan te passen aan klimaatopwarming en klimaatweerbaarheid te verhogen (adaptatie); de transitie wil maken naar een koolstofarme maatschappij en financiële stromen wil compatibel maken met de transitie naar deze koolstofarme en klimaatweerbare ontwikkeling;
Het feit dat nationale regeringen, inclusief België, in het kader van de Rio+20-Conferentie van de Verenigde Naties een reeks duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG's) zijn
overeengekomen. Deze vereisen onder meer dat de internationale gemeenschap "de toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen
verzekert" (SDG7), dat "steden en woonplaatsen inclusiever, veiliger, veerkrachtiger en duurzamer worden gemaakt" (SDG11) en dat "dringend actie wordt ondernomen om klimaatverandering en de gevolgen daarvan te bestrijden" (SDG13);
Het initiatief Duurzame energie voor iedereen in 2011 is door de secretarisgeneraal van de VN gelanceerd en is erop gericht de volgende drie onderling verbonden doelstellingen te bereiken tegen 2030: "universele toegang tot moderne energiediensten voor iedereen", "verdubbeling van de verbetering van de energie-efficiëntie" en
"verdubbeling van het aandeel van hernieuwbare energie in de totale energiemix";
Het feit dat de Europese Unie in 2014 het Klimaat- en Energiepakket 2030 heeft aangenomen, waarin drie doelstellingen zijn opgenomen, namelijk een bindende, interne
broeikasgasvermindering van minstens 40% t.o.v. 1990, een bindende doelstelling van minstens 32% hernieuwbare energie in het finale energiegebruik in 2030, een indicatieve reductiedoelstelling van minstens 32,5% voor het energiegebruik in 2030 (t.o.v. het 2007-referentiescenario) en een interconnectiedoelstelling van 15% in de elektriciteitssector;
Het feit dat de Europese Commissie in 2011 de ‘Routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie in 2050’ heeft aangenomen die tot doel heeft tegen
2050 de uitstoot van broeikasgassen in de EU met 80 tot 95% te verminderen ten opzichte van 1990 - dit initiatief is tevens door het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie toegejuicht;
Het Comité van de Regio’s van de Europese Unie is de overtuiging toegedaan dat lokale en regionale overheden hun krachten dienen te bundelen omdat
multilevel governance een effectief middel is om de efficiëntie van maatregelen tegen klimaatverandering te vergroten;
Het Vlaams klimaatbeleidsplan 2013-2020 dat op 28 juni 2013 werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering en bestaat uit een Vlaams Mitigatieplan en een Vlaams
Adaptatieplan;
Het feit dat de Vlaamse Regering op 20 juli 2018 het ontwerp van Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030 goedkeurde;
Het ontwerp van Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030 vormt, samen met het Vlaams Energiebeleidsplan 2021-2030, de Vlaamse inbreng voor het ontwerp van een
Belgisch geïntegreerd energie- en klimaatplan;
Wij zijn ons ervan bewust dat de lokale en regionale overheden, samen met de nationale overheden, de verantwoordelijkheid dragen voor het bestrijden van de
opwarming van de aarde en zich dan ook actief daarvoor moeten inzetten, ongeacht wat de andere partijen doen;
Steden en gemeenten zijn direct en indirect (via de door de burgers gebruikte producten en diensten) verantwoordelijk voor meer dan de helft van de broeikasgasemissies als gevolg van het gebruik van energie in het kader van menselijke activiteiten;
Veel van de maatregelen ter vermindering van de vraag naar energie, ter bevordering van het gebruik van duurzame energie en ter bestrijding van de klimaatverandering vallen onder de bevoegdheden van de lokale overheden of zouden zonder de politieke steun van de lokale overheden niet kunnen worden uitgevoerd;
De Europese Unie kan de in het vooruitzicht gestelde emissiereductie alleen realiseren als ook de lokale stakeholders en de burgers en hun organisaties daartoe een
bijdrage leveren;
De lokale en regionale overheden zijn de belangrijkste drijfveren voor de energietransitie en de strijd tegen klimaatverandering op het bestuursniveau dat het
dichts bij de burger staat;
Lokale en regionale overheden nemen een sleutelpositie in om de kwetsbaarheid van hun grondgebied voor de verschillende gevolgen van
klimaatverandering te beperken;
Effectieve maatregelen op lokaal niveau stellen de EU-lidstaten beter in staat hun verplichtingen op het vlak van de vermindering van broeikasgasemissies na te
komen;
Lokale en regionale overheden helpen in heel Europa de broeikasgasemissies verminderen door het opzetten van energie-efficiëntieprogramma’s, incl. programma’s op het vlak van duurzame mobiliteit, en door het stimuleren van het gebruik van duurzame energie;
De Europese Commissie heeft in 2008 het Burgemeestersconvenant in het leven heeft geroepen om lokale overheden te betrekken en te ondersteunen bij de
uitvoering van maatregelen met het oog op de beperking van klimaatverandering;
Het Burgemeestersconvenant wordt sinds zijn oprichting erkend als een essentieel EU-instrument, met name voor zijn rol in de strategie voor de energie-unie
(Europese Commissie, 2015) en de Europese strategie voor energiezekerheid (Europese Commissie, 2014) om de energietransitie te versnellen en de zekerheid van de
energievoorziening te verbeteren;
De Europese Commissie heeft in 2014, als essentiële maatregel van de EUstrategie voor aanpassing aan de klimaatverandering (Europese Commissie, 2013), het
"Mayors Adapt"-initiatief in het leven geroepen om lokale overheden te betrekken en te ondersteunen bij de uitvoering van maatregelen met het oog op aanpassing aan
klimaatverandering;
De Europese Commissie lanceerde in 2015 een nieuw, geïntegreerd Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie . Dit Convenant houdt rekening met de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030 en verenigt beperking van en aanpassing aan - beide pijlers van de strijd tegen de klimaatverandering - in 1 overkoepelend initiatief;
De provincie Oost-Vlaanderen heeft de ambitie klimaatneutraal te worden tegen 2050 en vraagt de gemeenten om mee te werken aan het realiseren van deze
doelstelling.
Artikel 1. De gemeenteraad keurt het gemeentelijk klimaatactieplan 2030 goed. Het klimaatactieplan zit als bijlage bij dit besluit en maakt er integraal deel van uit.
Art. 2. De milieudienst zal het klimaatactieplan 2030 (tekst in het Nederlands) en de SECAP (online tool in het Engels) online invullen op de website van het Burgemeestersconvenant.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 41, tweede alinea, 12°.
De heer Luc Daels, geboren te Gent op 22.05.1929 en overleden te Gent op 23.07.2021 heeft bij internationaal testament de dato 15.03.1993 de gemeente Sint-Martens-Latem aangesteld als een van zijn bijzondere legatarissen. Meer in het bijzonder legateert hij een schilderij naar de hand van Albert Servaes (olieverf) (geschatte waarde € 1.100,00), vrij van successierechten.
Het bestuur oordeelt dat het opportuun is dit legaat te aanvaarden.
Enig artikel. De definitieve aanvaarding van het legaat door dhr. Luc Daels van het schilderij van Albert Servaes wordt goedgekeurd.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40 en artikel 41 alinea 2-2°.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, in het bijzonder de artikelen 27, 28, 31, 32, 33, 37,54 en 172 quinquies. zoals laatst gewijzigd bij Onderwijsdecreet XXVI van 17 juni 2016.
Op 8 november 2021 was er overleg in de schoolraad.
De aanpassingen van de eenheidsprijzen voor het gebruik van de voor- en naschoolse opvang, georganiseerd door VZW Infano, zoals unaniem goedgekeurd tijdens de gemeenteraadszitting van 28 juni 2021.
De aanpassingen van de eenheidsprijzen naar aanleiding van het bestek (unaniem goedgekeurd tijdens de gemeenteraadszitting van 28 juni 2021) en de gunning (CBS van 10 oktober 2021) schoolmaaltijden.
Het nieuwe adres van het clb, waarmee wordt samengewerkt.
Overzicht wijzigingen:
1.
Kleuter |
Lager |
||||
|
Wat |
Bedrag |
|
Wat |
Bedrag |
|
Ochtendopvang (7u-8u) Kleuteropvang (16u-16u45) |
€ 1/half uur
|
|
Ochtendopvang (7u-8u) Studie (16u-16u45) |
€ 1/half uur
|
|
Boterhammen op school (toezicht) |
€ 0.75 |
|
Boterhammen op school (toezicht) |
€ 0.75 |
|
Warme maaltijd + toezicht |
€ 3.45 |
|
Warme maaltijd + toezicht
|
€ 4.02 |
|
Avondopvang (16u45-18u)
|
€ 1/half uur |
|
Avondopvang (16u45-18u)
|
€1/half uur |
|
Woensdagnamiddagopvang/u (12u30-18u) |
€ 1/half uur |
|
Woensdagnamiddagopvang/u (12u30-18u) |
€ 1/half uur |
2. VCLB Gent, Halvemaanstraat 96, 9040 Sint-Amandsberg
Artikel 1. Het bestaande schoolreglement Gemeentelijke Basisschool met inbegrip van de infobrochure zoals goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 28 juni 2021 wordt opgeheven.
Art. 2. Goedkeuring wordt verleend aan het aangepast schoolreglement basisonderwijs dat van toepassing is op de Gemeentelijke Basisschool Latem (instellingsnummer 24646) en de Gemeentelijke Basisschool Deurle (instellingsnummer 131987) en wordt als bijlage aan onderhavig besluit toegevoegd.
Art. 3. De meer specifieke regels en afspraken worden door het college van burgemeester en schepenen opgenomen in de infobrochure.
Art. 4. Het schoolreglement gewoon basisonderwijs en de infobrochure worden bij elke inschrijving van een leerling en nadien bij elke wijziging, ter beschikking gesteld aan de ouders, die ondertekenen voor akkoord.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder artikel 40.
Op 1 februari 2021 telde de Gemeentelijke basisschool Latem - instellingsnummer 24646 66+34 kleuters en 156 leerlingen lager onderwijs.
Op 1 oktober 2021 telde de Gemeentelijke basisschool Deurle - instellingsnummer 131987 70 kleuters en 143 leerlingen lager onderwijs
Gelet op de extra omkadering als gevolg van de maatregelen n.a.v. de covidpandemie en CAOXII
Het vakbondsoverleg en het daaruit volgend protocol van 12/11/2021.
Het overleg met de schoolraad op 08/11/2021
Artikel 1. Het lestijdenpakket schooljaar 2021 - 2022 in het gemeentelijk onderwijs wordt goedgekeurd als volgt:
24646 : gemeenteschool Latem en Twee Dreven ( verkregen na de telling van 01/02/2021 en nog gewijzigd na uitvoering van CAO XII )
1. Gemeenschappelijk kleuter en lager
2 directies ( 2 x 12/24)
1 administratieve medewerker HOKT 26/36
1 zorgcoördinator PBA voor 18/36
1 zorgcoördinator PBA voor 12/36
1 zorgcoördinator PBA voor 3/36
1 ict - coördinator HSO 2/36
1 ict - coördinator PBA 6/36
1ict-coördinator PBA 1/36
1 onderwijzer voor 3/24 ( aanvangsbegeleiding)
2 onderwijzers bijsprong 3/24
1 onderwijzer kerntaakversterking 4/24
1 onderwijzer Samen school maken – versterking sociaal overleg 1/24
1 onderwijzer 12/24 lerarenplatform
2. Kleuterafdeling:
4 voltijdse ambt, kleuterleidsters (4 x 24/24)
1 kleuterleidster 12/24
1 kleuterleidster 23/24
10/24 kleuterturnen
17/32 Kinderverzorging
3. Lagere afdeling
12/24 lichamelijke opvoeding
5 voltijdse ambt onderwijzer(es) 24/24
2 onderwijzers voor 20/24
1 onderwijzer voor 16/24
1 onderwijzer voor 21/24
1 onderwijzer voor 3/24
10/24 onderwijzer nc zedenleer
10/24 onderwijzer Roomskatholieke godsdienst
131987 : gemeenteschool Deurle (verkregen na de telling van 01/10/2021 en door de uitvoering van CAO XII )
1. Gemeenschappelijk kleuter en lager
2 directies ( 2 x 12/24)
1 administratieve medewerker HOKT 10/36
1 administratieve medewerker HSO 4/36
1 administratieve medewerker HOKT 9/36
1 zorgcoördinator PBA voor 12/36
1 zorgcoördinator PBA voor 3/36
1 zorgcoördinator PBA voor 8/36
1 ict - coördinator HSO 2/36
1 ict - coördinator PBA 5/36
1 onderwijzer 2/24 (aanvangsbegeleiding)
1 onderwijzer 1/24 (aanvangsbegeleiding)
1 onderwijzer bijsprong 3/24
1 onderwijzer bijsprong 2/24
1 onderwijzer kerntaakversterking 3/24
1 onderwijzer Samen school maken – versterking sociaal overleg 1/24
1 onderwijzer 12/24 lerarenplatform
2. Kleuterafdeling:
3 voltijdse ambt, kleuterleidsters
1 kleuterleidster 20/24
1 kleuterleidster 4/24
1 kleuterleidster 1/24
8/24 Kleuterturnen
12/32 Kinderverzorging
3. Lagere afdeling
12/24 lichamelijke opvoeding
3 voltijdse ambt onderwijzer(es) 24/24
3 halftijdse ambten onderwijzer(es) 12/24
2 onderwijzers 20/24
1 onderwijzer 10/24
1 onderwijzer 4/24
1 onderwijzer 6/24
1 onderwijzer 15/24
10/24 onderwijzer nc zedenleer
10/24 onderwijzer Roomskatholieke godsdienst
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel. 37undevicies. tot en met artikel 37vicies septies.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002 betreffende de lokale overlegplatforms inzake gelijke onderwijskansen zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juni 2006 en het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 september 2002 betreffende de Commissie inzake leerlingenrechten zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 juni 2006.
Het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, artikel 21.
Een schoolbestuur kan voor zijn school/scholen een aanmeldingsprocedure instellen in functie van het optimaliseren van het inschrijvingsproces.
De andere scholen op het grondgebied van de gemeente gaven uitdrukkelijk te kennen dat ze niet wensen te starten met het digitaal aanmelden.
Het schoolbestuur van de gemeentelijke basisschool wenst te werken met een digitaal aanmeldsysteem voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2022-2023.
Er dient een keuze gemaakt te worden tussen de aangeboden standaarddossiers:
A : voor een individuele vestigingsplaats
B : voor verschillende vestigingsplaatsen
C : voor verschillende vestigingsplaatsen
Artikel 1. Het schoolbestuur stelt voor zijn gemeentelijke basisscholen (24646/Burgemeesterstraat 7 9830 Sint-Martens-Latem en 131987/Dorpsstraat 28 9831 Deurle) een digitale aanmeldingsprocedure in voor inschrijvingen voor het schooljaar 2022-2023.
Art. 2. Het schoolbestuur kiest standaarddossier C (afstand school in vogelvlucht of wandelafstand + keuze school ).
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, hoofdstuk III over de bevoegdheden van de burgemeester.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988: artikel 134, § 1 en artikel 135, § 2.
Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, art. 181, 182 en 187.
Het Decreet Lokaal Bestuur 22 december 2017.
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 februari 2021 over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen.
Ministerieel schrijven over het aannemen van lokale maatregelen van bestuurlijke politie met het oog op de bestrijding van de epidemische noodsituatie en de uitvoering van de procedure Local Outbreak Management.
Wet van 14 augustus 2021 over de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie (BS 20 augustus 2021), beter bekend als de ‘pandemiewet’.
Bij het koninklijk besluit van 28 oktober 2021 over de afkondiging van de epidemische noodsituatie met betrekking tot de coronavirus COVID-19 pandemie, aangenomen overeenkomstig artikel 3, § 1 van de wet van 14 augustus 2021 over de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie, werd de epidemische noodsituatie afgekondigd.
Overeenkomstig artikel 3, § 4 van diezelfde wet blijft de federale fase van het nationale rampenplan, die werd afgekondigd bij het ministerieel besluit van 13 maart 2020 met betrekking tot de afkondiging van de federale fase over de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 ten minste van kracht tot het einde van de afkondiging van de epidemische noodsituatie.
De afkondiging van de epidemische noodsituatie houdt in dat, voor haar volledige duur, de lokale overheden (gouverneurs en burgemeesters) de bestuurlijke politiemaatregelen mogen nemen om de gevolgen van de epidemische noodsituatie voor de volksgezondheid te voorkomen of te beperken.
De gemeente Sint-Martens-Latem bevindt zich al een tijd in ‘alert’-modus omwille van de toenemende besmettingscijfers. Door de verhoogde viruscirculatie op nationaal niveau heeft het Overlegcomité op 17 november 2021 extra verstrengingen afgekondigd. Hierdoor wordt telewerk niet enkel meer geadviseerd maar structureel verplicht voor een bepaalde arbeidsduur per week. Werkgerelateerde activiteiten die evengoed digitaal kunnen plaatsvinden gebeuren ook best digitaal. Ten einde het goede voorbeeld te geven als lokaal bestuur acht de burgemeester het daarom nodig om de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 22 november digitaal te laten doorgaan.
Na informele adviesvragen bij het Agentschap Binnenlands Bestuur en de provinciegouverneur is het aangewezen om de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 november 2021 digitaal te laten doorgaan.
De voorwaarden waaraan een digitale vergadering moet voldoen volgens de toezichthoudende overheid worden voldaan. De wijze van vergaderen en de motivering worden vastgelegd in dit burgemeestersbesluit. De digitale gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn zijn openbaar te volgen via een audiovisuele livestream die op voorhand aan het publiek wordt bekendgemaakt. Zolang de federale fase in het beheer van de COVID-19-epidemie van kracht is geldt er een overgangsperiode waarbij een digitale gemeenteraad mogelijk is op basis van een gemotiveerd burgemeestersbesluit zonder dat de voorwaarden van een digitale gemeenteraad vastgelegd zijn in het huishoudelijk reglement van de respectievelijke vergaderorganen.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 november verloopt digitaal omwille van de bovenstaande argumentatie.
Het publiek kan de digitale vergadering volgen via de livestream op het YouTube-gemeentekanaal. Op deze manier wordt de openbaarheid van de zitting gegarandeerd.
Artikel 1. De gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn van 22 november 2021 verlopen digitaal.
Art. 2. De vergadering is online te volgen via het YouTube-kanaal van het lokaal bestuur: https://www.youtube.com/channel/UC09Hr6mMNiEqHnx1bRsFlUA.
Namens Gemeenteraad,
An De Vreese
Algemeen directeur
Jan Van Wassenhove
Voorzitter