Terug Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Mon 24/04/2023 - 20:00 Raadzaal

Goedkeuring notulen

Openbaar

Welzijn

  • De dienstencheque-onderneming (DCO) van het lokaal bestuur kent sinds de oprichting op 13 november 2017 een structurele daling van het aantal klanten, het aantal gewerkte uren en het aantal personeelsleden. De sociale signaalfunctie nam hierdoor ook af doorheen de jaren en een DCO wordt inherent geconfronteerd met de beperking dat er niet positief mag gediscrimineerd worden tussen de klanten. Met andere woorden er mag binnen het klantenbestand geen gradatie worden gemaakt tussen kwetsbare en minder of niet kwetsbare klanten.

    De structurele daling gebeurde ondanks verschillende aanwervingsprocedures en pogingen om meer klanten aan te werven. Om die redenen drong een evaluatie zich op. Daarnaast werd het lokaal bestuur in de zomer van 2022 ook geconfronteerd met een forse stijging van de personeelsuitgaven naar aanleiding van de inflatieperiode en de bijhorende loonindexaties.

    Het onderzoek naar de eventuele samenwerking met een externe partner is afgerond. De nota die in bijlage werd gedeeld vat de conclusies samen van dit onderzoek. De doelstellingen van het lokaal bestuur waren het behoud van de huidige arbeidsvoorwaarden van de DCO-medewerkers en de garantie dat de huidige klanten hun poetshulp konden behouden. Na onderzoek blijkt dat het bereiken van deze doelstellingen budgettair geen optie is en een te hoge kost met zich meebrengen. 

    In de plaats van deze uitbesteding werd met de vakbonden en het DCO-personeel besproken om een geleidelijke afbouw van de dienstencheque onderneming te laten plaatsvinden. Deze afbouw gebeurde beleidsonbewust en in de feiten reeds sinds de start van de DCO in de vorige legislatuur. In dat opzicht is deze evolutie dus niet nieuw. Ditmaal wordt er wel voor gekozen om geen aanwervingsprocedures meer te organiseren, die in het verleden al vaak niet succesvol bleken. Bij pensionering of vertrek van medewerkers DCO worden deze niet vervangen. 

    Dit wordt gecombineerd met het optimaliseren van de invulling van de reeds voorziene capaciteit binnen de poetsdienst patrimonium door middel van interne personeelsmobiliteit. Budgettair kunnen we hierdoor het voorziene reorganisatiebudget van 100.000 euro in 2023 laten vallen en de poetsondersteuning in ons patrimonium die nu loopt door een externe partner afbouwen.

    Bij overstap van een medewerker DCO naar de dienst patrimonium of bij uitdiensttreding van de medewerker, worden de klanten ofwel bediend door een andere medewerker DCO die nog capaciteit heeft, ofwel georiënteerd naar een andere dienstencheque-onderneming of naar een poetsdienst van de mutualiteit. Momenteel is er ook geen wachtlijst voor DCO-poetshulp.

    Tijdens de periode van onderzoek naar samenwerking met een externe partner werden de vakbonden ook betrokken en geconsulteerd. De vakbonden hebben geen opmerkingen bij deze werkwijze. Ook de DCO-medewerkers zelf werden op verschillende momenten geïnformeerd.

    Daarnaast werden reeds verschillende sociale flankerende maatregelen voorgesteld en opgestart zoals de belcirkels, de doorverwijskaart, Hoplr, het praatcafé en de omkadering van mantelzorgers.