De raad neemt kennis van maatregelen die het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau hebben genomen om de verspreiding van het COVID-19-virus te beperken ter ondersteuning van de inwoners, verenigingen en lokale economie. De volgende maatregelen zijn nieuwe acties bovenop de acties die reeds in de raden van 27 april, 25 mei, 29 juni, 7 september, 12 oktober, 23 november, 4 december 2020, 25 januari 2021, 22 februari 2021, 29 maart 2021, 26 april 2021, 25 mei 2021 en 28 juni 2021 werden toegelicht.
Volgende maatregelen werden genomen in het kader van de volksgezondheid en voor de bestrijding van het COVID-19 virus.
Volgende maatregelen werden genomen ten voordele van het welzijn van de inwoners en ten voordele van de scholen, de verenigingen en de lokale economie:
Het eerste semester van 2021 was opnieuw zeer bijzonder. Het was het derde semester op rij waarin we te maken kregen met de strijd tegen de COVID-19-pandemie. Dit ging gepaard met verschillende uitdagingen voor het lokaal bestuur die compleet nieuw waren. De oprichting van het vaccinatiecentrum was een intensief project in samenwerking met de lokale besturen van Nazareth, De Pinte en met de Eerstelijnszone Schelde-Leie. De uitzonderlijk hoge vaccinatiegraad in onze regio is het mooie eindresultaat van dit project, dat niet mogelijk kon zijn zonder de hulp van honderden vrijwilligers en zorgverleners. De gemeentelijke communicatie moest naar een hoger niveau getild worden om mee te helpen met het uitdragen van alle verschillende maatregelen en richtlijnen, die dan nog eens regelmatig wijzigden. Wekelijkse COVID-gerelateerde vergaderingen doorkruisten vele planningen en van de medewerkers werd veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen verwacht. Al deze zaken konden uiteraard niet voorzien worden in de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025, maar hadden wel een invloed op de tijdsbesteding van verschillende medewerkers.
In de opvolgingsrapportering staan hier en daar nog verwijzingen naar zaken die in 2020 gebeurd zijn. Deze werden meegenomen in deze rapportering om voldoende context te geven bij de uitvoering van de acties in 2021. Op die manier trachten we de leesbaarheid van de evaluaties van de meerjarenplanacties te garanderen.
Voor het einde van het derde kwartaal moet een opvolgingsrapport over het eerste semester van het boekjaar worden voorgelegd. Dit bevat minstens de volgende elementen: een stand van zaken van de prioritaire acties van het meerjarenplan; een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar; in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan; in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.