Besluit

Artikel 1. De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de agenda van de Algemene Vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Imewo dd. 17 juni 2024 met volgende agendapunten:

1. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende WVV van de Opdrachthoudende vereniging Gaselwest (Partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, Strategische Participaties (Publi-T en Publigas), openbare verlichting en openbare elektronische communicatienetwerken van de gemeente Nazareth, dewelke zij heeft toevertrouwd aan Gaselwest, over te brengen naar de Opdrachthoudene vereniging Imewo (overnemende vereniging):

          I.       a. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling.
b. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwering van de partiële splitsing per januari 2025.
De deelnemers kunnen één maand voor de Algemene Vergadering op de zetel van Imewo kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie deze stukken verkrijgen.
c. Goedkeuring van:
De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging Gaselwest (partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, aardgas, Strategische Participaties (Publi-T en Publigas), openbare verlichting en openbare elketronische-communicatienetwerken van de gemeente Nazareth, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Imewo (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 31 december 2023, met inwerkingtreding per 1 januari 2025 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 31 december 2023 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2024;

d. Aanvaarding van de toetreding voor de activiteiten elektriciteit, aardgas Strategische Participaties (Publi-T en Publigas), openbare verlichting en openbare elektronische communicatienetwerken van de gemeente Nazareth vanaf 1 januari 2025.

e. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:

          I.        De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 1.a. vast te stellen:

        II.        De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;

      III.       Het overgedragen exact te beschrijven, en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;

     IV.          De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2024, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2024;

       V.           Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;

     VI.         Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.

2. Kennisneming verslagen van Imewo van de Raad van Bestuur en van de commissaris over het boekjaar 2023.

3. Goedkeuring van de jaarrekening van Imewo afgesloten op 31 december 2023 (balans, resultatenrekening, winstverdeling, boekhoudkundige besluiten en waarderingsregels).

4. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig art. 6:114 en volgend WVV.

5. Kwijting te verlenen afzonderlijk aan de bestuurders, de leden van de regionale bestuurscomité en de commissaris van Imewo met betrekking tot het boekjaar 2023.

6. Voorstel oprichting onthaalstructuur voor belangen in Publi-T en Publigas.

7. Desgevallend aanvaarding uitbreiding activiteiten gemeenten voor (neven)activiteiten.

8. Statutaire benoemingen.

9. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 1, 6 en desgevallend 7 en 8 te actualiseren en te finaliseren, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 1, 6 en desgevallend 7 en 8 bij authentieke akte te doen vaststellen.

10. Statutaire mededelingen.

Art. 2. De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het voorstel van partiële splitsing van Gaselwest/Imewo door overneming inzake de overgang van Gaselwest naar Imewo van alle activiteiten verbonden aan de gemeente Nazareth.
De Algemene Vergadering van Imewo wordt verzocht de toetreding van de gemeente Nazareth voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, Strategische Participaties (Publi-T en Publigas), openbare verlichting en openbare elektronische-communicatienetwerken te willen aanvaarden.

Art. 3. De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het voorstel tot oprichting van de wachtstructuur TRANSCO ENERGY CV door Imewo.
De Algemene Vergadering van Imewo wordt verzocht de oprichting, de inbreng in geld (2.000,00 euro), de ontwerpstatuten, het financieel plan, de motiveringsnota, de nota mogelijke aandeelhoudersovereenkomst en de gevraagde volmachtverlening te willen bekrachtigen.

Art. 4. De vertegenwoordiger van de gemeente die zal deelnemen aan de Algemene vergadering tevens jaarvergadering van de opdrachthoudende vereniging Imewo op 17 juni 2024 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), wordt opgedragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden voormelde artikelen 1, 2 en 3 van onderhavige beslissing.

Art. 5. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Imewo, ter attentie van het secretariaat, uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be. 

Besluit

Artikel 1 :Goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering van IVM van 12 juni 2024 en aan de afzonderlijke agendapunten die dit vereisen:

1. Jaarverslag/verslag raad van bestuur 2023 over de werking van de intergemeentelijke vereniging
2. Verslag van de raad van bestuur m.b.t. de jaarrekening 2023
3. Verslag van de commissaris
4. Goedkeuring jaarrekening per 31 december 2023
5. Verlenen van kwijting aan de bestuurders
6. Verlenen van kwijting aan de commissaris

Art. 2: De vertegenwoordiger of plaatsvervangende vertegenwoordiger van de gemeente te mandateren om op de algemene vergadering van IVM van 12 juni 2024 zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissing genomen in de gemeenteraad van heden inzake onderhavige aangelegenheid en verder al het nodige te doen voor de afwerking van de volledige agenda.
De volmachtdrager beschikt over het totaal van het aantal stemmen waarover de gemeente beschikt, zijnde 8.468 stemmen.

Besluit

Artikel 1. De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan de punten op de agenda van de algemene jaarvergadering TMVW van 21 juni 2024 en de daarbij behorende documentatie nodig voor het onderzoek van de agendapunten :

1. Wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
2. Actualisering van bijlage 2 aan de statuten ingevolge wijzigingen in deelnemers en/of kapitaal
3. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2023
4. Verslagen van de commissaris
5. a. Goedkeuring van de maatschappelijke jaarrekening over het boekjaar 2023 afgesloten per 31 december 2023
    b. Goedkeuring van de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 2023 afgesloten per 31 december 2023
6. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris
7. Actualisering presentievergoeding
8. Statutaire benoemingen
Varia

Art. 2. De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger(s) / plaatsvervangend vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de algemene jaarvergadering van TMVW vastgesteld op 21 juni 2024, te onderschrijven en haar/zijn (hun) stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde Algemene Jaarvergadering.

Art. 3. Een afschrift van dit besluit zal, hetzij per post t.a.v. Farys, dienst Intercommunaal Beheer, Stropstraat 1 te 9000 Gent, hetzij bij voorkeur per elektronische post, 20240621AV@farys.be gestuurd worden.

Besluit

Artikel 1. De gemeenteraad keurt de verordening op de begraafplaatsen en lijkbezorging goed.
Art. 2. Deze verordening is van kracht vanaf 1 juli 2024.
Art. 3. Het reglement wordt hieronder gevoegd bij onderhavig besluit.
Art. 4. Dit reglement vervangt integraal de verordening op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 29 juni 2020.

 

Hoofdstuk 1: Omschrijving begrippen

1. Grafkelder:
   Een groot betonnen of gemetseld graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon een concessie is verleend tot het doen begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten en duurzame niet biologisch-afbreekbare asurnen.
2. Urnenkelder:
   Een klein betonnen graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon een concessie is verleend tot het doen begraven en begraven houden van veraste stoffelijke overschotten in duurzame niet biologisch-afbreekbare asurnen.
3. Urnengraf:
   Een graf bestaande uit een buis afgewerkt met een betonplaat, met of zonder concessie, waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van een asurne.
4. Columbarium:
   Een muur voorzien van urnennissen voor het plaatsen van asurnen.
5. Grondgraf:
   Een graf in volle grond, met of zonder concessie, voor het begraven en begraven houden van stoffelijke overschotten en asurnen.
6. Asurn:
   Een voorwerp ter berging van één asbus met de as van een overledene.
7. Begunstigde(n) van de concessie:
   Diegene(n) voor wie de concessie wordt aangegaan.
8. Concessiehouder:
   De titularis van de concessie, meestal diegene die de concessie aanvraagt.

Hoofdstuk 2: Algemeenheden

Artikel 2.1

Begravingen in een grondgraf zijn mogelijk op werkdagen tussen 8 uur en 16 uur. Bijzettingen in een columbariumnis, in een urnengraf en uitstrooiingen zijn mogelijk op werkdagen tussen 8 uur en 17 uur. Voor een uitstrooiing in de wintermaanden wordt de zonsondergang steeds in overweging genomen. De laatste uitstrooiing vindt plaats 30 minuten voor zonsondergang. Op zaterdagen zijn begravingen mogelijk tussen 9 uur en 12 uur. Een begrafenis op zaterdagnamiddag tot 16 uur kan mits het betalen van een retributie zoals bepaald door de gemeenteraad in het retributiereglement geldig op het ogenblik van de aanvraag. Op zondagen, wettelijke feestdagen en extra sluitingsdagen (jaarlijks vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen), zijn geen begravingen mogelijk.
Het tijdstip van begraven wordt steeds in overleg met het gemeentebestuur bepaald en met oog voor eventuele andere begravingen die op eenzelfde dag plaatsvinden. Het gemeentebestuur neemt hierover de eindbeslissing.
Het plaatsen van graftekens, bouw- en beplantingswerken aan de graven kunnen gebeuren tijdens bovenvermelde momenten.

Artikel 2.2
De gemeentelijk beambte bepaalt, per begraafplaats, op welke plaatsen en in welke volgorde de begravingen en de bijzettingen moeten gebeuren.
De teraardebestellingen worden bijgehouden in een digitaal register.

Artikel 2.3
Teraardebestelling op de gemeentelijke begraafplaatsen is mogelijk voor die personen zoals bepaald in de wet- en regelgeving betreffende lijkbezorging en begraafplaatsen.

Artikel 2.4
Op de gemeentelijke begraafplaatsen van Sint-Martens-Latem is het mogelijk om begraven te worden in volle grond, in een columbariumnis, in een urnenveld en is het mogelijk om as uit te strooien op de strooiweide.
Op de gemeentelijke begraafplaatsen van Sint-Martens-Latem worden er graf- en urnenkelders aangeboden zolang deze voorradig zijn.

Artikel 2.5
Zoals ook bepaald in het gemeenteraadsbesluit van 26/03/2020 worden er geen nieuwe begravingen of bijzettingen toegestaan op de oude begraafplaats, gelegen aan de kerk van Sint-Martens-Latem.

Artikel 2.6
Veraste stoffelijke overschotten worden onmiddellijk na de aankomst op de begraafplaats uitgestrooid of bijgezet in een columbariumnis, urnengraf, urnenkelder, grondgraf of grafkelder.
Stoffelijke overschotten worden onmiddellijk begraven.
De verantwoordelijke begraafplaatsmedewerker staat in voor de begraving, bijzetting of uitstrooiing. Indien de onmiddellijke uitstrooiing, teraardebestelling of bijzetting onmogelijk is, hetzij door weers- of familiale omstandigheden, hetzij door overmacht, zal het stoffelijk overschot worden begraven in een tijdelijk graf en het veraste stoffelijk overschot worden bewaard in een tijdelijke columbariumnis.

Artikel 2.7
De retributies voor de concessies worden door de gemeenteraad vastgesteld in een afzonderlijk retributiereglement.

Hoofdstuk 3: Niet-geconcedeerde begravingen

Artikel 3.1
Op een niet-geconcedeerd perceel kunnen enkel personen die op datum van overlijden ingeschreven waren in het bevolkingsregister van Sint-Martens-Latem op de begraafplaats begraven worden of bijgezet in een columbariumnis of urnenveld.

Artikel 3.2
Een niet-geconcedeerd perceel wordt verleend voor een periode van 10 jaar, te rekenen vanaf de begraafdatum. Na deze termijn kan geen concessie worden gevraagd. Een niet-geconcedeerd perceel is bestemd voor 1 persoon, er is geen bijzetting mogelijk. Ook het bijzetten van een gezelschapsdier in een niet-geconcedeerd graf is niet mogelijk.
De nabestaanden ondertekenen een verklaring van niet-geconcedeerd graf. Hiermee verklaren zij op de hoogte te zijn en akkoord te gaan met deze bepaling.

Artikel 3.3
Ontruiming van niet-geconcedeerde percelen wordt gedurende 1 jaar aangekondigd vanaf het 10^e jaar na begraafdatum. Een afschrift van deze beslissing tot ontruiming wordt aan het perceel of in de nabijheid van het te ontruimen perceel en aan de ingang van de begraafplaats uitgehangen. Deze procedure wordt eveneens aangekondigd via de gemeentelijke communicatiekanalen. Indien er nabestaanden gekend zijn, zullen deze personen ook persoonlijk worden aangeschreven. 
De belanghebbenden beschikken, vanaf de bekendmaking zoals bedoeld in de vorige alinea, over een termijn van 1 jaar om de graftekens weg te nemen. Daarna worden de graftekens van ambtswege verwijderd en worden ze eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van deze materialen.
Voor de procedure van ontruiming wordt een draaiboek opgemaakt.
Ontruimde percelen worden slechts hernomen nadat blijkt dat het eerder begraven stoffelijk overschot en de bijhorende kist voldoende verteerd zijn, het perceel volledig werd gezuiverd, of nadat de as werd uitgestrooid op de plaatselijke strooiweide.

Artikel 3.4
De retroactieve thuisbewaring van een asurne, zoals bepaald in artikel 24 en 24bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, uit een niet-geconcedeerd perceel kan eenmalig worden aangevraagd. Het gemeentelijk aanvraagformulier wordt gericht aan het college van burgemeester en schepenen. Het gemeentelijk invulformulier wordt ingevuld door de overlevende echtgenoot/echtgenote of samenlevende partner en de bloedverwanten in eerste graad. De aanvraag kan worden ingediend zolang de procedure van ontruiming van de niet-geconcedeerde percelen loopt. De aanvrager is verantwoordelijk voor de naleving van artikel 24 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
De niet-geconcedeerde nis of het niet-geconcedeerde perceel wordt gedurende een termijn van 2 jaar bewaard.
Wanneer de thuisbewaring na de termijn van 2 jaar ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van één van de gemeentelijke begraafplaatsen of kan de asurne terug worden bijgezet of begraven in het niet-geconcedeerde perceel, in verhouding tot de nog resterende periode.
Wanneer de asurnen niet worden teruggebracht naar de begraafplaats, na een termijn van 2 jaar, wordt het niet-geconcedeerde perceel terug vrijgegeven voor een nieuwe begraving.
De gemeenteraad bepaalt de retributie voor het verwijderen van een asurn en is vastgelegd in een apart retributiereglement.

Artikel 3.5
Het onderhoud van een niet-geconcedeerd perceel ligt bij de nabestaande(n) en belanghebbende(n).

Hoofdstuk 4: Concessies

Artikel 4.1
Een concessie is een gebruiksrecht verleend door het college van burgemeester en schepenen voor een bepaalde periode tegen een door de gemeenteraad bepaalde retributie. Er mag aan de concessie nooit een andere invulling worden gegeven dan die waarvoor het werd verleend. Een concessie is niet overdraagbaar.

Een concessie wordt schriftelijk aangevraagd, door middel van het gemeentelijk aanvraagformulier, aan het college van burgemeester en schepenen. De concessie vermeldt de naam van de aanvrager concessiehouder en van de begunstigde(n). Een wijziging van de nominatief aangeduide begunstigde(n) kan alleen schriftelijk gebeuren door de concessiehouder of zijn nabestaanden. Het aantal begunstigden kan enkel gewijzigd worden indien dit technisch gezien mogelijk is.
De duur van de concessie neemt aanvang op datum van de begraving.
Er kan geen concessie worden verleend vóór het overlijden, behoudens in het kader van een dubbele concessie waarbij de eerste concessie onmiddellijk benut wordt voor een overleden persoon en een plaats voorbehouden blijft voor de begunstigde vermeld op de concessieaanvraag.

In eenzelfde dubbele concessie kunnen volgende personen samen worden begraven:

• De aanvrager;
• De echtgenoot/echtgenote;
• De feitelijk samenwonenden;
• De bloed- en aanverwanten;
• De personen aangeduid door de concessiehouder;
• Diegene die hun wil tot samen begraven hebben te kennen gegeven.

Een concessie wordt verleend voor het begraven van stoffelijke overschotten in een grondgraf en voor het begraven van veraste stoffelijke overschotten in een columbariumnis en een urnenveld. Voor zover voorradig wordt een concessie ook verleend voor het begraven in een grafkelder en urnenkelder.

Artikel 4.2
Concessies toegekend tot 30/06/2024 blijven geldig onder de geldende voorwaarden van de verordening van 29 juni 2020.

Artikel 4.3
Een concessie wordt verleend voor een termijn van 20 jaar per perceel, die aanvangt op datum van de eerste begraving. Bij aanvang van de concessie wordt gekozen voor hoeveel personen een concessie genomen wordt.

Artikel 4.4
Het aantal plaatsen in een grafkelder, grondgraf, urnenkelder, urnengraf en columbariumnis wordt als volgt vastgelegd:
Deurle:
een grafkelder volgens volume van de kelder
een enkel grondgraf is bestemd voor 1 of 2 overleden personen
een dubbel grondgraf is bestemd voor maximum 4 overleden personen
een columbariumnis is bestemd voor maximum 2 asurnen voor overleden personen
Sint-Martens-Latem:
een grafkelder volgens volume van de kelder
een enkel grondgraf is bestemd voor 1 overleden persoon
een dubbel grondgraf is bestemd voor 1 of 2 overleden personen
een columbariumnis is bestemd voor maximum 2 asurnen voor overleden personen
een urnenkelder is bestemd voor maximum 2 asurnen voor overleden personen
een urnengraf is bestemd voor maximum 2 asurnen voor overleden personen

Artikel 4.5
Enkel indien het technisch mogelijk is kan een bijbegraving gebeuren. De mogelijkheid hiertoe wordt bepaald door het gemeentebestuur. Een uitbreiding van de concessie wordt vergoed volgens de bepalingen in het retributiereglement geldig op het ogenblik van de aanvraag.

Artikel 4.6
Een bijzetting in een bestaande concessie met voorbehouden plaats is alleen toegestaan als de vastgestelde termijn van de bestaande concessie nog langer loopt dan de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar. Om de grafrusttermijn van 10 jaar voor de bijzetting te verzekeren, wordt de huidige concessie verlengd tot het einde van de grafrusttermijn.

Artikel 4.7
Er worden geen bijzettingen toegestaan wanneer de concessietermijn verstreken is. Er dient een nieuwe concessie genomen te worden.

Artikel 4.8

Een bijzetting van een urne in een volle grondconcessie kan enkel indien het om een biologisch afbreekbare urne gaat.

Artikel 4.9

Op het moment van begraven of bijzetten van een persoon kan de as van één of meerdere eerder overleden en gecremeerde gezelschapsdieren worden begraven of bijgezet. Deze urne mag geen biologisch afbreekbare urne zijn. Het betreft eveneens een kleine hoeveelheid as die een symbolische waarde vervult.  

Onder een gezelschapsdier wordt verstaan: elk dier dat tam is en dat traditioneel in huis genomen wordt voor gezelschap of emotionele steun.

De urne van een dier kan niet de plaats innemen van een persoon.

Er kunnen gezelschapsdieren bijgezet worden in een grafkelder en grondgraf. Wanneer het om meer dan 3 gezelschapsdieren gaat dienen ze echter bijgezet te worden in 1 urne.
Voor een columbarium, urnengraf en urnenkelder kunnen meerdere gezelschapsdieren bijgezet worden, weliswaar ook in 1 urne.

De bijbegraving van een dier is gratis en de dieren worden voor de duur van de lopende grafconcessie bewaard. Bij afloop van de concessie wordt ook de urne van het dier/de dieren verwijderd. Vroegtijdig verwijderen van de urne van het dier is niet toegestaan.

De bijzetting of het begraven van een gezelschapsdier dient eveneens aangevraagd en geregistreerd te worden bij de dienst burgerzaken.

Artikel 4.10
In het jaar voor het verstrijken van de concessietermijn zal een afschrift van een algemene bekendmaking met aanvraag tot hernieuwing aan de ingang van de begraafplaats en aan of in de nabijheid van het graf worden aangebracht. De bekendmaking wordt een jaar uitgehangen. De individuele bekendmakingen dienen eveneens een jaar aan het graf te blijven staan en mogen in geen geval verwijderd worden. Hierop zal toezicht gehouden worden door de begraafplaatsmedewerker. In de mate van het mogelijke zal de concessiehouder of een belanghebbende hiervan ook schriftelijk worden verwittigd.
Hernieuwing van een concessie kan aangevraagd worden voor een periode van 10 jaar en wordt vergoed volgens de bepalingen in het retributiereglement geldig op het ogenblik van de aanvraag. De aanvraag hiertoe wordt gericht aan het college van burgemeester en schepenen in het jaar dat de concessie vervalt. In geval van verwaarlozing van het graf kan de hernieuwing worden geweigerd.
Indien er geen hernieuwing van de concessietermijn is gevraagd, dan kan het graf worden ontruimd. De materialen die niet werden verwijderd binnen de aangegeven termijn, worden eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van de materialen.

Het is niet mogelijk om een gedeelte van de concessie te verlengen en een gedeelte van de concessie stop te zetten. De beslissing wordt genomen voor het volledig aantal personen die begraven ligt of bijgezet is in een concessie.
Voor de procedure van ontruiming wordt een draaiboek opgemaakt.

Artikel 4.11
De concessies toegekend onder het eeuwigdurend statuut werden afgeschaft bij wet van 20/07/1971. De wet vormde deze concessies om naar kosteloos te hernieuwen concessies van 50 jaar. De concessieverantwoordelijke of zijn erfgenamen of iedere belanghebbende kan op schriftelijk verzoek de concessie hernieuwen. In het jaar voor het verstrijken van de concessietermijn zal een aankondiging aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats worden uitgehangen.

Artikel 4.12
De retroactieve thuisbewaring van een asurne uit een concessie, zoals bepaald in art. 24 en 24bis van het decreet op de begraafplaatsen, dient schriftelijk te worden aangevraagd aan het college van burgemeester en schepenen. Hiertoe vullen de overlevende echtgenoot/echtgenote of samenlevende partner en de bloedverwanten in eerste graad het gemeentelijk invulformulier in. De aanvraag kan worden ingediend zolang de termijn van de concessie of de termijn van de hernieuwing van de concessie loopt. De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts eenmaal worden ingediend. De aanvrager is verantwoordelijk voor de naleving van artikel 24 van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging.
De geconcedeerde nis of het geconcedeerde perceel wordt gedurende een termijn van 2 jaar bewaard. De bewaringstermijn heeft geen invloed op de oorspronkelijke toegekende concessietermijn.
Wanneer de thuisbewaring na de termijn van 2 jaar ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van één van de gemeentelijke begraafplaatsen of kan de asurne terug worden bijgezet of begraven worden in de lopende concessie op één van de gemeentelijke begraafplaatsen.
Wanneer de asurnen niet worden teruggebracht naar de begraafplaats, na termijn van 2 jaar, wordt de concessie ambtshalve opgeheven.
Terugbetaling van de resterende jaren van de concessie, vanaf de aanvraag retroactieve thuisbewaring, is niet mogelijk.
De gemeenteraad bepaalt de retributie voor het verwijderen van een asurne. Dit is vastgelegd in een apart retributiereglement.

Artikel 4.13
Op schriftelijk verzoek van de concessieverantwoordelijke of zijn erfgenamen, of door iedere belanghebbende kan een concessie voortijdig worden beëindigd. De retributie kan noch geheel noch gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 4.14
In geval van terugneming van een geconcedeerd perceel of van een geconcedeerde nis, wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders:

• Geen aanspraak maken op enige vergoeding;
• Hebben de concessiehouders slechts recht op het bekomen van een perceel van dezelfde grootte, op dezelfde of een andere gemeentelijke begraafplaats. Dit recht is ondergeschikt aan het indienen van een aanvraag tot overbrenging welke moet worden ingediend door enig belanghebbende voor de datum van de terugneming.

Artikel 4.15
Ook in geval van sluiting van een begraafplaats:

• Kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding;
• Hebben zij slechts recht op het bekomen van een perceel van dezelfde oppervlakte of op een nis van dezelfde grootte, op de nieuwe begraafplaats, voor zover een verzoek tot overbrenging werd ingediend door enig belanghebbende voor de datum van stopzetting van de begravingen.

Artikel 4.16
Indien, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.14 en 4.15, kosteloos een perceel van dezelfde oppervlakte of een nis van dezelfde grootte bekomen wordt, zijn de kosten van overbrenging van de stoffelijke overschotten en van de graftekens ten laste van de gemeente.

Artikel 4.17
Op verzoek van de concessiehouder kan het college van burgemeester en schepenen een graf terugnemen wanneer dit ongebruikt is gebleven of wanneer het ongebruikt geworden is ingevolge de overbrenging van de stoffelijke overblijfselen.
Bij terugname is de gemeente slechts gehouden tot terugbetaling:

• In verhouding tot de nog resterende periode;
• En op basis van de bij de toekenning van de grafconcessie betaalde retributie.

Dit artikel is niet van toepassing op de retroactieve thuisbewaring van asurnen.

Hoofdstuk 5: Uitstrooiing

Artikel 5.1
Op de begraafplaats van Sint-Martens-Latem en Deurle is een perceel voorzien voor het uitstrooien van veraste stoffelijke overschotten.

Artikel 5.2
Bij aankomst op de begraafplaats wordt de asurne door de gemeentelijke begraafplaatsmedewerker geopend en wordt het veraste stoffelijk overschot met een as-strooier op de strooiweide uitgestrooid. Dit toestel wordt enkel bediend door de begraafplaatsmedewerker.

In geval van uitzonderlijke weers- of familiale omstandigheden kan de uitstrooiing worden uitgesteld. In overleg met de familie wordt dan een nieuwe datum afgesproken. In afwachting van de uitstrooiing wordt de asurne bijgeplaatst in een gemeentelijke wachtnis.

Artikel 5.3
Voor de strooiweide kan een gedenkplaatje worden gevraagd voor een termijn van 20 jaar. Er is geen verlenging mogelijk. De gemeenteraad bepaalt de retributie van een naamplaatje. Dit is vastgelegd in een apart retributiereglement.

Artikel 5.4
Een naamplaatje op een columbariumnis en op de strooiweide moet worden besteld via het gemeentebestuur. Het gedenkplaatje vermeldt de naam van de overledene, de geboorte- en overlijdensdatum en eventueel de naam van de echtgeno(o)t(e). Het is niet mogelijk een naamplaatje aan te vragen voor het bijgezette gezelschapsdier.

Artikel 5.5

Het uitstrooien van veraste stoffelijke overschotten van dieren is niet toegestaan.

Hoofdstuk 6: Lijkbezorging

Artikel 6.1
Wanneer een persoon op het grondgebied van de gemeente overlijdt of er dood wordt aangetroffen, wordt dit overlijden met inachtneming van de artikelen 55, 56, 57, 58, 59 en 60 van het gecoördineerde burgerlijk wetboek onverwijld aangegeven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, die de akte van overlijden opmaakt.

Artikel 6.2
Levensloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheid nog niet hebben bereikt, kunnen op verzoek van de ouders worden begraven of gecremeerd.

Artikel 6.3
Er zijn verschillende vormen van lijkbezorging: begraven, crematie van het stoffelijk overschot gevolgd door begraving of bijzetting van het stoffelijk overschot gevolgd door uitstrooiing.
Vanaf 16 jaar kan iedereen bij de dienst burgerzaken vrijwillig een schriftelijke kennisgeving van zijn laatste wilsbeschikking laten registeren. Deze kennisgeving wordt ingeschreven in het gemeentelijk bevolkingsregister en primeert op het moment van de begrafenis.
De mogelijkheid tot het schenken van uw lichaam aan de wetenschap kan eveneens geregistreerd worden in de laatste wilsbeschikking.
De langstlevende partner kan eveneens in de laatste wilsbeschikking opnemen dat de as van de eerder overleden echtgenoot of partner met wij hij of zij een feitelijk gezin vormde, samen met hem of haar begraven, bijgezet of uitgestrooid wordt. Dit op voorwaarde dat de eerder overleden persoon tegen deze mogelijkheid geen bezwaar heeft geuit in zijn / haar laatste wilsbeschikking.

Indien er geen laatste wilsbeschikking is, of indien er geen echtgenoot of persoon is die met de overledene een feitelijk gezin vormde, of indien er geen bloed- of aanverwant in de eerste graad is wordt de verantwoordelijkheid voor de asbestemming gelegd bij de persoon die in de lijkbezorging voorziet. Deze persoon heeft eveneens de mogelijkheid om een gedeelte van de as van de overleden persoon mee te nemen. Het gaat hier om een kleine hoeveelheid als symbolische waarde.

Artikel 6.4
Een stoffelijk overschot dat wordt begraven in een kist, op de gemeentelijke begraafplaats, moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering van 21/10/2005, zoals tot op heden gewijzigd. De burgemeester of zijn gemachtigde mag de kisting bijwonen. Behalve bij rechterlijke beslissing, mag de kist niet meer worden geopend.
De standaardmaten van een lijkkist zijn maximum 205 cm buitenlengte en maximum 65 cm buitenbreedte.
Een kist die afwijkt van het standaardformaat dient gemeld te worden aan de dienst burgerzaken.

Artikel 6.5
Bij een overlijden in België is voor een crematie een 'verlof' vereist, dat wordt verleend door de ambtenaar van de burgerlijke stand of zijn gemachtigde. Indien het een overlijden in het buitenland betreft, dan wordt het 'verlof' verleend door de procureur des Konings van het arrondissement waar ofwel het crematorium ofwel de hoofdverblijfplaats van de overledene zich bevindt.
Voor crematie na opgraving van een stoffelijk overschot is een 'verlof' tot opgraving vereist. De gemotiveerde aanvraag voor 'verlof tot crematie' wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand doorgestuurd aan de procureur des Konings van het arrondissement van de plaats waar het crematorium of hoofdverblijfplaats van de aanvrager is gevestigd, van de plaats van overlijden of van de plaats waar het stoffelijk overschot begraven is.
Het 'verlof tot crematie' wordt geweigerd of toegestaan door de procureur des Konings aan wie de vraag tot crematie gericht is.

 

Hoofdstuk 7: Percelen – Grafmonumenten – Gedenktekens – Gedenkplaten – Beplanting – Onderhoud

Artikel 7.1
Eenieder heeft het recht om een gedenkteken op het graf te plaatsen, tenzij de overledene bij leven anders besliste of de verwanten er zich tegen verzetten. Dergelijk grafteken mag niet in strijd zijn met de aan de overleden verschuldigde eerbied. De gekozen materialen mogen het algemeen uitzicht van de begraafplaats niet storen. Zij moeten duurzaam, kleurvast en weerbestendig zijn. Alvorens op de begraafplaatsen te worden toegelaten moeten deze éénvormige of samengestelde graftekens afgewerkt zijn zodat ze onmiddellijk kunnen worden geplaatst.

Artikel 7.2
Degene die belast is met het plaatsen van gedenktekens dient vooraf de toestemming te vragen op de dienst burgerzaken door middel van een schriftelijke aanvraag met een schets met vermelding van de afmetingen van het gedenkteken.
De plaatsing dient te gebeuren onder toezicht van het college van burgemeester en schepenen of de gemeentelijk beambte. Bij aankomst op de begraafplaats dient de plaatser zich met zijn/haar toestemming tot plaatsing van een grafmonument te wenden tot de gemeentelijke begraafplaatsmedewerker.
Er mag geen materiaal worden achtergelaten bij de plaatsing.
Het plaatsen van verhardingsmaterialen buiten de perceelsgrens is niet toegestaan.
Het is niet toegestaan de deksteen aanwezig op een urnenveld en urnenkelder te verwijderen. Het gedenkteken dient op de deksteen geplaatst te worden.

Artikel 7.3
Beplanting moet binnen de perceelsgrenzen blijven.

Artikel 7.4
Kransen uit kunstmatig materiaal mogen niet geplaatst worden in omhulsels, geheel of ten dele uit breekbaar glas.
Bij de columbariumnissen, de urnenkelders en de urnengraven is het niet toegestaan enige beplanting in de volle grond te plaatsen. Dit kan enkel in bloempotten.
Bloemen en planten moeten steeds in goede staat onderhouden worden. Bloemstukken bestaande uit natuurlijke bloemen moeten weggenomen worden zodra ze niet meer fris zijn.  
Beplanting die niet conform het reglement werd aangeplant, afgestorven, verwaarloosde en niet tijdig verwijderde beplanting en beplanting die de doorgang of het zicht verhinderen zullen ambtshalve worden verwijderd.
Het afval dient correct gesorteerd te worden in de daarvoor bestemde afvalcontainers.

Artikel 7.5
Het is verboden op zondagen, wettelijke feestdagen en de laatste week van oktober tot en met 15 november werken uit te voeren op de begraafplaatsen, behoudens toestemming van de burgemeester of zijn gemachtigde.
Het schoonmaken van de graftekens of gedenkplaten is niet toegestaan op 1 november.

Artikel 7.6
Afmetingen percelen:

De gedenktekens op het urnengraf van veraste stoffelijke overschotten mogen volgende afmetingen niet overschrijden:
lengte: 0,80 m
breedte: 0,55 m
De afmetingen van het perceel voor een urnengraf zijn: lengte: 1,20 m op breedte: 0,70 m.

Voor zover urnenkelders voorradig, mogen de gedenktekens op een urnenkelder volgende afmetingen niet overschrijden:
lengte: 0,50 m
breedte: 0,50 m
De afmetingen van het perceel voor een urnenkelder zijn: lengte: 1,15 m op breedte: 0,65 m.

Een asurne ter bijzetting in een columbarium dient te voldoen aan volgende voorschriften:
hoogte: maximaal 0,30 m
diameter: maximaal 0,18 m

De gedenktekens op een grondgraf (voor een enkel graf) mogen volgende afmetingen niet overschrijden:
lengte: 1,80 m
breedte: 0,80 m 1 plaats

De gedenktekens op een grondgraf (voor een dubbel graf) mogen volgende afmetingen niet overschrijden:
lengte: 1,80 m
breedte: 1,80 m 
De afmetingen van het perceel voor één enkel grondgraf zijn: lengte: 1,80 m op breedte: 1,00 m
De afmetingen van het perceel voor een dubbel grondgraf zijn: lengte: 1,80 m op breedte: 2,00 m

Voor zover grafkelders voorradig, mogen de gedenktekens op een grafkelder volgende afmetingen niet overschrijden:
lengte: 2,40 m
breedte: 1,00 m
De afmetingen van het perceel voor een grafkelder zijn: lengte: 2,40 m op breedte: 1,00 m

De afmetingen van het gedenkteken voor een kindgraf moet binnen de afmetingen blijven van de huidig geplaatste deksteen;

Het gedenkteken moet de volledige afmeting van het perceel innemen. Het is niet toegestaan om een gedenkteken voor een urnenveld of urnenkelder te plaatsen op een grondgraf of grafkelder.

Artikel 7.7
Het onderhoud van grafmonumenten rust op de nabestaanden en belanghebbenden. Een voorbehouden plaats (in geval van een dubbele concessie) waar nog geen grafmonument op geplaatst wordt zal ingezaaid worden met gras.
Indien een graf niet onderhouden wordt, kan een procedure van verwaarlozing worden gestart. Een graf wordt als verwaarloosd beschouwd wanneer het graf doorlopend onzindelijk, door plantengroei overwoekerd, vervallen, ingestort of bouwvallig is, of zonder grafmonument blijft. De verwaarlozing wordt vastgesteld in een akte van de burgemeester. Deze akte wordt verstuurd aan de eventueel gekende nabestaanden en zal gedurende 1 jaar aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats worden aangeplakt. Na verstrijken van deze termijn en bij niet-herstelling kan het college van burgemeester en schepenen een einde maken aan het recht van de concessie en kan op bevel van de burgemeester ambtshalve worden overgegaan tot het afbreken en opruimen van de materialen. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van het grafmonument en de stoffelijke overschotten.
Ook op grafmonumenten met een retroactieve thuisbewaring kan de procedure van verwaarlozing worden toegepast.
De burgemeester kan dringende maatregelen nemen indien de staat van een grafmonument zodanig verwaarloosd is dat deze een gevaar vormt voor de nabije omgeving. Een akte waarin de dringende noodzaak is vastgesteld wordt uitgehangen aan het graf en aan de ingang van de begraafplaats. Deze akte zal ook bezorgd worden aan de concessiehouder. Een ambtshalve verwijdering van gedenktekens kan door de burgemeester gevraagd worden zonder dat de nabestaanden aanspraak kunnen maken op een vergoeding.
Het gemeentebestuur kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor gebeurlijke ongevallen en/of schade voortvloeiend uit het omvallen of inzakken van een grafzerk of grafmonument.

Artikel 7.8
De bouw van columbaria gebeurt door toedoen van het gemeentebestuur.

Artikel 7.9
Er worden geen nieuwe grafkelders en urnenkelders meer geplaatst op de verschillende begraafplaatsen.

Artikel 7.10
Wanneer een grafmonument verkeerd werd geplaatst of de afmetingen niet werden gerespecteerd, wordt de concessieverantwoordelijke schriftelijk in gebreke gesteld. De concessieverantwoordelijke dient binnen de 6 maanden na kennisgeving de situatie recht te zetten. Indien nodig dient het grafmonument verwijderd te worden. Eventuele kosten van verwijdering en/of beschadiging zijn ten laste van de concessieverantwoordelijke.
Bij gebrek aan herstel binnen 6 maanden, zal het gemeentebestuur het grafmonument verwijderen. De kosten hieraan verbonden zijn ten laste van de concessiehouder.

Artikel 7.11

Naar aanleiding van een bijbegraving wordt een eventueel noodzakelijke verwijdering en herplaatsing van een grafmonument, geregeld door de nabestaanden/belanghebbenden. Zij moeten het grafmonument tijdig en op eigen risico laten verwijderen. Indien dit niet is gebeurd, zal het gemeentebestuur iemand aanstellen om deze werken uit te voeren.
Bij gebeurlijke beschadiging, kan geen verhaal gebeuren tegenover de gemeente.
Tijdelijk verwijderde grafmonumenten mogen niet op de begraafplaats verspreid achterblijven. Ze dienen ten allen tijde verwijderd te worden en mogen nadien teruggebracht worden naar de begraafplaats.

Artikel 7.12
Gedenktekens die na het afronden van de verschillende procedures (verlenging, ontgraving en ontruiming) niet weggenomen zijn, worden eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van deze graftekens.

Hoofdstuk 8: Ontgravingen

Artikel 8.1
Behalve op bevel van de rechterlijke macht mag niet tot ontgraving overgegaan worden zonder voorafgaand verlof van de burgemeester.

Artikel 8.2
Het gemeentelijk invulformulier ‘aanvraag tot ontgraving’ wordt ingevuld door de nog in leven zijnde partner en, of bij ontstentenis ervan, de nog in leven zijnde bloed- en aanverwanten eerste graad en, of bij ontstentenis ervan, de nog in leven zijnde bloed- en aanverwanten tweede graad.

Artikel 8.3
De ontgravingen hebben plaats op datum en uur in akkoord vastgesteld tussen het gemeentebestuur en de aanvrager. Uitgezonderd een gerechtelijk bevel en toegestane afwijkingen door de burgemeester, worden geen opgravingen gedaan op zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en extra bepaalde sluitingsdagen. Van 15 oktober tot en met 15 november worden evenmin ontgravingen verricht. Bij de ontgraving mogen enkel de van ambstwege aangestelden aanwezig zijn.

Artikel 8.4
Indien de staat van de opgegraven kist dit vereist, doet de burgemeester deze kist vernieuwen of legt elke maatregel op, nodig om de welvoeglijkheid of de openbare gezondheid te vrijwaren.

Artikel 8.5
Met uitzondering van de ontgravingen bevolen door de rechterlijke macht en de ontgravingen genoodzaakt door de bestemmingsverandering van de begraafplaats, zijn de ontgravingen onderworpen aan de betaling van een retributie zoals bepaald door de gemeenteraad in het retributiereglement geldig op het ogenblik van de aanvraag.

Artikel 8.6
Als de concessie van een urnenkelder, urnengraf of columbariumnis om welke reden ook een einde neemt, wordt het veraste stoffelijke overschot door de gemeentelijke begraafplaatsmedewerker uitgestrooid op de strooiweide.
De as van een overleden gezelschapsdier kan niet worden uitgestrooid op de strooiweide.

Hoofdstuk 9: Graven van lokaal historisch belang – Peterschap

Artikel 9.1
Het college van burgemeester en schepenen maakt een lijst op met graven van lokaal historisch belang. Het gaat om graven met historische, artistieke, volkskundige en/of socioculturele elementen. De graven op deze lijst worden bewaard voor een periode van 50 jaar. Deze termijn is verlengbaar. Het onderhoud van deze graven rust bij het gemeentebestuur.

Artikel 9.2
Een belanghebbende, rechtspersoon of vereniging kan er voor kiezen om het onderhoud van een bepaald graf op deze lijst op te nemen voor een bepaalde periode. Eventuele restauratiewerken kunnen enkel in overleg met het gemeentebestuur worden uitgevoerd, zonder de oorspronkelijke staat van het grafmonument te wijzigen. In dit perceel kan niet worden begraven. Het graf blijft tijdens deze periode eigendom van het gemeentebestuur.

Het peterschap kan slechts in 2 gevallen worden aangevraagd:

• Voor grafmonumenten van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van ontruiming;
• Voor grafmonumenten van een geconcedeerd perceel, opgenomen in een procedure van hernieuwing van concessies, waarvan de concessie niet wordt hernieuwd.

Artikel 9.3
Een gemotiveerde aanvraag wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester of schepenen kent het peterschap toe, na advies van een werkgroep, samengesteld uit de burgemeester, de schepen van begraafplaatsen, de schepen van cultuur, de deskundige cultuur en de gemeentelijk beambte belast met de administratie op de begraafplaats.

Artikel 9.4
Het peterschap wordt vastgelegd in een overeenkomst. De overeenkomst omvat de richtlijnen van de restauratie en het onderhoud van het grafmonument en de termijn van het peterschap. De aanvrager is aansprakelijk voor eventuele schade aan het grafmonument en de omliggende grafmonumenten die, als gevolg van de werken, in zijn of haar opdracht zijn uitgevoerd.

Artikel 9.5
Opnemen van peterschap over een grafmonument is gratis. De aanvrager krijgt hiervoor geen vergoeding noch compensatie.

Hoofdstuk 10: Speciale parken

Artikel 10.1
De begraafplaatsen van Sint-Martens-Latem zijn voorzien van een kinderpark. Op het kinderpark kunnen kinderen worden begraven tot de leeftijd van 12 jaar, zolang er plaats is. 
Op verzoek van de ouders kunnen levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsgrens nog niet hebben bereikt eveneens worden begraven of bijgezet op het kinderpark.
Voor begravingen in dit park worden ambtshalve concessies verleend voor 20 jaar. Deze concessies kunnen kosteloos worden hernieuwd door de belanghebbende(n) voor een periode van 10 jaar. Een jaar voorafgaand aan het verstrijken van de concessie wordt een aanplakking gezet aan het graf en een afschrift aan de ingang van de begraafplaats opgehangen.
Het onderhoud op deze graven rust op de nabestaanden en belanghebbenden.

Artikel 10.2
Op de begraafplaats van Sint-Martens-Latem is in een oudstrijderspark voorzien.
Voor personen die op deze parken reeds begraven liggen worden ambtshalve concessies verleend voor 20 jaar.

Deze concessies kunnen kosteloos worden hernieuwd door de belanghebbende(n) voor een periode van 10 jaar.

Een jaar voorafgaand aan het verstrijken van de concessie wordt een aanplakking geplaatst aan het graf en een afschrift aan de ingang van de begraafplaats opgehangen.

De bijbegraving van een echtgenoot, partner met wij hij een feitelijk gezin vormde of aanverwant in de eerste graad wordt vergoed volgens het huidige retributiereglement.
Het onderhoud op deze graven rust op de nabestaanden en belanghebbenden.

Artikel 10.3
Op de begraafplaats van Sint-Martens-Latem is in een kunstenaarspark voorzien.
Een kunstenaar kan begraven worden op het kunstenaarspark, zolang er plaats is.
Onder een kunstenaar wordt verstaan:
Een inwoner die minimum 5 jaar ingeschreven was in de bevolkingsregisters van de gemeente die een unieke beeld- of woordtaal leverde waaruit een vernieuwde visie op kunst, de maatschappij en/of de actualiteit blijkt. Bovendien is er een duidelijk aantoonbare band met de gemeente Sint-Martens-Latem en is er sprake van een lokale verwevenheid. Hij/zij bouwde een verdienstelijk oeuvre op waarmee hij/zij waardering oogst binnen de sector waarin hij/zij werkzaam was.
Voor personen die reeds begraven liggen op dit park wordt retroactief een concessie toegestaan aan de nabestaande(n) of belanghebbende(n). Dit kan door een schriftelijke aanvraag te richten aan het college van burgemeester en schepenen.
Voor begravingen op dit park worden concessies verleend voor 20 jaar en vergoed volgens de bepalingen in het retributiereglement geldig op het ogenblik van de aanvraag. Deze concessies kunnen worden hernieuwd door de belanghebbenden(n) voor een periode van 10 jaar. In het jaar voorafgaand aan het verstrijken van de concessie wordt een aanplakking gezet aan het graf en een afschrift aan de ingang van de begraafplaats opgehangen.
Het onderhoud op deze graven rust op de nabestaanden en belanghebbenden.

Hoofdstuk 11: Ordemaatregelen

Artikel 11.1
De gemeentelijke begraafplaatsen zijn voor het publiek toegankelijk van 8 tot 20 uur, behoudens afwijking vastgesteld door de burgemeester.

Artikel 11.2
Er mogen geen voertuigen de begraafplaatsen binnenrijden, tenzij de burgemeester, om gewichtige redenen, daartoe toelating verleend.
Dit verbod is niet van toepassing voor lijkwagens, rijtuigen voor mensen met een handicap of voertuigen voor de begrafenisdienst.
De voertuigen van de steenhouwers en de betonwerkers mogen zich op de begraafplaats bevinden voor zover dit noodzakelijk is voor het werk en na voorafgaande melding aan het gemeentebestuur.

Artikel 11.3
Het is verboden te roken op de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 11.4
De toegang tot de begraafplaatsen is verboden voor:

• Personen die kennelijk in staat van intoxicatie verkeren;
• Personen die goederen of diensten te koop willen aanbieden;
• Personen die drager zijn van een vuurwapen, uitgezonderd de leden van de openbare veiligheid met dienst;
• Personen die de rust van de begraafplaatsen verstoren of door hun daden of woorden een volkstoeloop veroorzaken.

Artikel 11.5
Op de begraafplaatsen is het verboden:

• Over de muren en omheiningen, evenals de omheiningen van de graven en de gedenktekens te klimmen, erop te springen of te stappen;
• De bomen, de gewassen of de bloemen te beschadigen;
• Om oneerbiedige grafschriften of grafschriften aan te brengen die aanleiding geven tot wanorde;
• De gedenktekens of grafmonumenten te beschadigen of te bekladden, iets erop te schrijven of te schrappen;
• De bloemperken te betreden, erop te gaan zitten of erop te liggen;
• De wegen en paden zonder voorafgaandelijke toestemming open te breken;
• Afval, papier of andere voorwerpen, binnen de omheining van de begraafplaats weg te gooien, tenzij in de daartoe bestemde korven of bakken, en afval die niet van de begraafplaats afkomstig is op de begraafplaats te brengen;
• Handelingen te begaan in strijd met de welvoeglijkheid;
• Zonder toelating binnen te dringen in de dienstlokalen;
• Voorwerpen uit te stallen om te verkopen of ermee te leuren;
• Te spelen;
• Te fietsen;
• Te zingen en muziek te spelen, die niet overeenstemt met de dodenverering;
• Reclame te maken onder gelijk welke vorm of voor om het even welk doel, zowel binnen de begraafplaats als op de poorten of muren. Wel mag zo dicht mogelijk bij de grond een plaatje van maximum 5 op 10 cm, met gegevens in verband met de maker van de graftekens, worden aangebracht;
• Op gelijk welke wijze de doorgang van een lijkstoet te belemmeren;
• Te wandelen met uw hond zonder leiband;
• Op de begraafplaatsen, tenzij het opgravingen betreft, buiten de wachtkelders niet-veraste stoffelijke overschotten van de ene lijkkist in de andere te plaatsen;
• Zich buiten de openingsuren op de begraafplaatsen te bevinden.

Artikel 11.6
Het is verboden begrafenissen of lijkstoeten te fotograferen of te filmen binnen de omheining van de begraafplaats, tenzij mits uitdrukkelijke aanvraag of met het akkoord van een bevoegd familielid van de overledene.

Artikel 11.7
De personen die zich op de begraafplaatsen niet met de vereiste eerbied zouden gedragen, of die één van de bepalingen van de tegenwoordige verordening zouden overtreden, zullen door de gemeentelijke begraafplaatsmedewerker vriendelijk verzocht worden de begraafplaats te verlaten. Hij kan indien nodig de hulp inroepen van de politie. De in het eerste lid vermelde personen kunnen, volgens de ernst van het geval, de toegang tot de begraafplaats voorlopig worden ontzegd.

Artikel 11.8
De voorwerpen die op de begraafplaats worden gevonden, dienen onverwijld aan de gemeentelijke begraafplaatsmedewerker worden toevertrouwd, die ze onmiddellijk op het politiekantoor in bewaring zal geven. De gemeente is niet aansprakelijk voor diefstallen die worden gepleegd.

Artikel 11.9
Onverminderd de straffen bepaald in deze verordening kan de burgemeester, tijdelijk en volgens de belangrijkheid van de gevallen, de toegang tot de begraafplaats verbieden aan personen die een bepaling van deze verordening zouden overtreden.

Hoofdstuk 12: Strafbepaling

Onverminderd de toepassing van de artikelen 315, 340, 453 en 526 van het Strafwetboek, worden de inbreuken op de bepalingen van deze verordening gestraft met de straffen bepaald in diezelfde artikels van het strafwetboek.

Hoofdstuk 13: Slotbepalingen

Artikel 13.1
Deze verordening betreffende de gemeentelijke begraafplaatsen vervangt alle vorige gemeentelijke reglementeringen en beslissingen. De verordening treedt in werking op 01/07/2024.

Artikel 13.2
Alle concessies toegewezen vóór de toepassing van deze verordening blijven ongewijzigd behouden. Hernieuwingen en bijzettingen vallen onder toepassing van de nieuwe verordening.
Alle toelatingen inzake afmetingen, gebruik van materialen of inrichtingen van de graven gegeven vóór de toepassing van dit reglement blijven ongewijzigd behouden, zonder dat zij als precedent kunnen worden ingeroepen.

Artikel 13.3
Alle niet in dit reglement voorziene gevallen worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet door een wet, besluit of decreet aan een andere overheid worden toegewezen.

Besluit

Artikel 1. Verbod stilstaan en parkeren Dorpsstraat
§1. In de Dorpsstraat vanaf huisnummers 40 tot en met huisnummer 32 en ter hoogte van huisnummer 22 is het stilstaan en parkeren verboden.
§2. Ter bestendiging van de bepalingen uit §1 wordt de nodige verkeerssignalisatie geplaatst ter hoogte van Dorpstraat nr. 40 en 22.
* een verkeersbord E3, met onderbord GXa en GXb

Art. 2. In de Dorpsstraat ter hoogte van de kerk worden twee parkeervakken gesupprimeerd.

Art. 3. Kiss & Ride GBS Deurle
§1. Er wordt een Kiss & Ride ingevoerd ter hoogte van de gemeentelijke basisschool Deurle te Dorpsstraat 28. Parkeren is verboden op schooldagen tussen 8u en 16u.
§2. Ter bestendiging van de bepalingen uit §1 wordt de nodige verkeerssignalisatie geplaatst ter hoogte van Dorpsstraat 28, voorzien van
* een verkeersbord E1, met onderbord 'KISS & RIDE op schooldagen van 8u tot 16u'.

Art. 4. De inbreuken op deze verordening zullen, afhankelijk van hun aard, gestraft worden met politiestraffen of administratieve boetes conform het GAS-reglement.

Art. 5. Dit reglement treedt in werking vanaf de plaatsing van de signalisatieborden.

Art. 6. Dit aanvullend verkeersreglement zal ter kennisgeving worden

- overgemaakt aan de Rechtbank van Eerste Aanleg Gent;
- overgemaakt aan de Procureur des Konings van de Afdeling Politierechtbank Gent;
- overgemaakt aan de bevoegde parketmagistraat van het Parket Oost-Vlaanderen, afdeling Gent;
- opgeladen in het Digitaal loket bestuurszaken van het Agentschap Binnenlands Bestuur;
- opgeladen in de Verkeersbordendatabank van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;
- overgemaakt aan de Provinciale GAS-ambtenaar;
- overgemaakt aan de Politiezone Schelde-Leie;
- overgemaakt aan de hoofdinspecteur van de wijkpolitie Sint-Martens-Latem;
- overgemaakt aan de hulpverleningszone Brandweerzone Centrum;
- bekendgemaakt via de gemeentelijke website.

Besluit

Artikel 1. Snelheidsbeperking tot 30km/u en invoering zone 30 - Karel-Lodewijk Maenhoutstraat
§1. In de Karel-Lodewijk Maenhoutstraat van het kruispunt met de Kortrijksesteenweg (N43) tot en met het kruispunt met de Latemstraat geldt: het is verboden voor bestuurders sneller te rijden dan 30 km per uur.
§2. Ter bestendiging van de bepalingen uit §1 wordt de nodige verkeerssignalisatie geplaatst, voorzien van
* een verkeersborden F4a & F4b.

Art. 2. Snelheidsbeperking tot 30km/u  en invoering zone 30- Latemstraat
§1. In de Mortelputstraat van het kruispunt met de Palepelstraat tot aan de Latemstraat en in de Latemstraat tot en met het kruispunt met de Golflaan geldt: het is verboden voor bestuurders sneller te rijden dan 30 km per uur.
§2. Ter bestendiging van de bepalingen uit §1 wordt de nodige verkeerssignalisatie geplaatst, voorzien van
* een verkeersbord F4a & F4b.

Art. 3.  De inbreuken op deze verordening zullen, afhankelijk van hun aard, gestraft worden met politiestraffen of administratieve boetes conform het GAS-reglement.

Art. 4. Dit reglement treedt in werking vanaf de plaatsing van de signalisatieborden.

Art. 5. Dit aanvullend verkeersreglement zal ter kennisgeving worden

-        overgemaakt aan de Rechtbank van Eerste Aanleg Gent;

-        overgemaakt aan de Procureur des Konings van de Afdeling Politierechtbank Gent;

-        overgemaakt aan de bevoegde parketmagistraat van het Parket Oost-Vlaanderen, afdeling Gent;

-        opgeladen in het Digitaal loket bestuurszaken van het Agentschap Binnenlands Bestuur;

-        opgeladen in de Verkeersbordendatabank van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;

-        overgemaakt aan de Provinciale GAS-ambtenaar;

-        overgemaakt aan de Politiezone Schelde-Leie;

-        overgemaakt aan de hoofdinspecteur van de wijkpolitie Sint-Martens-Latem;

-        overgemaakt aan de hulpverleningszone Brandweerzone Centrum;

-        bekendgemaakt via de gemeentelijke website.

Besluit

Artikel 1. Het bestek en de raming voor de opdracht 'Raamovereenkomst levering drank en toebehoren (sportbar, evenementen, recepties,...)' worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 70.769,41 excl. btw of € 81.262,92 incl. btw.

Art 2. Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.