Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56 betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
Wet van 12 april 1965 betreffende ‘het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen’ en latere wijzigingen.
Het Koninklijk Besluit van 19 maart 2017: dat de algemene en fundamentele veiligheidsmaatregelen omvat.
Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeeweringen en de dijken.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 285 en artikel 286.
Er werd door het architectenbureau Damien Derouaux een aanvraag gedaan voor een tijdelijke afsluiting van het wandelpad aan de achterzijde van Baarle-Frankrijkstraat 61-63 omwille van herstellingswerkzaamheden aan de Leieoever. Tussen 21/03/2022 en 25/03/2022 zal het wandelpad afgesloten zijn voor traag verkeer. De aannemer zorgt voor de signalisatie voor wandelaars t.h.v. de werkzone en aan het begin van het wandelpad in de Baarle-Frankrijkstraat.
Samen met deze tijdelijke politieverordening wordt ook de signalisatieverordening in bijlage voorgelegd ter goedkeuring.
Artikel 1. Tussen 21/03/2022 en 25/03/2022 zal een deel van het wandelpad afgesloten zijn t.h.v. Baarle-Frankrijkstraat 61-63 voor doorgaand traag verkeer, en dat voor werkzaamheden op aanvraag van architectenbureau Damien Derouaux.
Art. 2. In uitvoering van de bepalingen uit artikel 1 staat de aanvrager in voor het plaatsen van de signalisatie.
Art. 3. De signalisatievergunning als bijlage maakt integraal deel uit van dit besluit en wordt mede goedgekeurd.
Art. 4. De inbreuken op deze verordening zullen, afhankelijk van hun aard, gestraft worden met politiestraffen of administratieve boetes conform het GAS-reglement.
Art. 5. Dit tijdelijk verkeersreglement is geldig binnen de periode gedefinieerd in artikel 1. Het treedt in werking op moment van plaatsing van de signalisatie en eindigt op moment van verwijdering van de signalisatie.
Art. 6. Onderhavig besluit wordt gestuurd naar